اِذَا زُلۡزِلَتِ الۡاَرۡضُ زِلۡزَالَہَا ۙ﴿۱﴾
Izaa zoel zielatiel ardoe ziel zaalaha
99:1 Wanneer de aarde wordt geschud door haar (eigen) beving,
وَ اَخۡرَجَتِ الۡاَرۡضُ اَثۡقَالَہَا ۙ﴿۲﴾
Wa agh radjatiel ardoe athqaalaha
99:2 en haar lasten uitwerpt,
وَ قَالَ الۡاِنۡسَانُ مَا لَہَا ۚ﴿۳﴾
Wa qaalal iensaanoe ma laha
99:3 en de mens zeggen zal: "Wat is er met haar aan de hand?",
یَوۡمَئِذٍ تُحَدِّثُ اَخۡبَارَہَا ۙ﴿۴﴾
Yawmaa iezien toehaddiethoe aghbaaraha
99:4 dan, op die dag zal ze (de aarde) vertellen,
بِاَنَّ رَبَّکَ اَوۡحٰی لَہَا ؕ﴿۵﴾
Bie-anna rabbaka awhaa laha
99:5 want jouw Heer heeft haar geïnspireerd (om te kunnen vertellen).
یَوۡمَئِذٍ یَّصۡدُرُ النَّاسُ اَشۡتَاتًا ۬ۙ لِّیُرَوۡا اَعۡمَالَہُمۡ ؕ﴿۶﴾
Yawma ieziey yas doeroen naasoe ash tatal lieyoeraw a'maalahoem
99:6 Op die dag zal de mens voortgaan in verdeelde groepen om hun daden getoond te krijgen (de berechting).
فَمَنۡ یَّعۡمَلۡ مِثۡقَالَ ذَرَّۃٍ خَیۡرًا یَّرَہٗ ؕ﴿۷﴾
Famaiy ya'mal miethqala zarratien ghai raiy-yarah
99:7 Dus wie goed doet, zelfs als het gelijk is aan het gewicht van een atoom, zal het zien.
وَ مَنۡ یَّعۡمَلۡ مِثۡقَالَ ذَرَّۃٍ شَرًّا یَّرَہٗ ﴿۸﴾
Wa maiy-y'amal miethqala zarratien sharraiy-yarah
99:8 En wie slecht doet, zelfs als het gelijk is aan het gewicht van een atoom, zal het zien.