44 Ad-Dochaan
بِسۡمِ اللّٰہِ الرَّحۡمٰنِ الرَّحِیۡمِ
In de naam van Allah, Ar-Rahmaan (de meest Barmhartige m.b.t. iedereen, maar tijdelijk van duur), Ar-Rahiem (Degenen Die altijd Barmhartig zal zijn voor de gelovigen)
حٰمٓ ﴿۱﴾
Haa Mieeem
44:1 Haa Mieeem.

وَ الۡکِتٰبِ الۡمُبِیۡنِ ۙ﴿۲﴾
Wal Kietaabiel Moebieen
44:2 Bij het duidelijke boek (de Koran),

اِنَّاۤ اَنۡزَلۡنٰہُ فِیۡ لَیۡلَۃٍ مُّبٰرَکَۃٍ اِنَّا کُنَّا مُنۡذِرِیۡنَ ﴿۳﴾
Innaaa anzalnaahoe fiee lailatiem moebaarakah; iennaa koennaa moenzierieen
44:3 Wij openbaarden het in een gezegende nacht (zie 97:1-5). Zonder twijfel, Wij waarschuwen (voor de berechting op de dag des oordeels).

فِیۡہَا یُفۡرَقُ کُلُّ اَمۡرٍ حَکِیۡمٍ ۙ﴿۴﴾
Fieehaa yoefraqoe koelloe amrien hakieem
44:4 Daarin (de nacht van de Qadr) wordt elke wijze beslissing (hoe het lot uitgevoerd moet worden) vastgesteld. (Notitie: Alle lotten staan geschreven in de moeder der boeken, genaamd Lawh Al-Mahfuz. In de nacht van de Qadr, wordt de uitvoering van de lotten voor dat jaar vastgesteld, m.a.w. er wordt opdracht gegeven aan de engelen voor bepaalde taken voor dat jaar.)

اَمۡرًا مِّنۡ عِنۡدِنَا ؕ اِنَّا کُنَّا مُرۡسِلِیۡنَ ۚ﴿۵﴾
Amram mien 'iendienaaa; iennaa koennaa moersielieen
44:5 Een bevel (voor deze Koran is) van Ons. Wij zenden altijd (leiding).

رَحۡمَۃً مِّنۡ رَّبِّکَ ؕ اِنَّہٗ ہُوَ السَّمِیۡعُ الۡعَلِیۡمُ ۙ﴿۶﴾
Rahmatam mier rabbiek; iennahoe Hoewas Samiee'oel 'Alieem
44:6 Dit als barmhartigheid van jullie Heer. Zonder twijfel, Hij is As-Samie'oe (de Alhorende), Al-Aliem (De Alwetende).

رَبِّ السَّمٰوٰتِ وَ الۡاَرۡضِ وَ مَا بَیۡنَہُمَا ۘ اِنۡ کُنۡتُمۡ مُّوۡقِنِیۡنَ ﴿۷﴾
Rabbies samaawaatie wal ardie wa maa bainahoemaa; ien koentoem moeqienieen
44:7 (Hij is de) Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is. Waren jullie maar overtuigd.

لَاۤ اِلٰہَ اِلَّا ہُوَ یُحۡیٖ وَ یُمِیۡتُ ؕ رَبُّکُمۡ وَ رَبُّ اٰبَآئِکُمُ الۡاَوَّلِیۡنَ ﴿۸﴾
Laaa ielaaha iellaa Hoewa yoehyiee wa yoemieetoe Rabboekoem wa Rabboe aabaaa'iekoemoel awwalieen
44:8 Er is geen deïteit/godheid behalve Hij. Hij geeft leven en veroorzaakt de dood. Jullie Heer en de Heer van jullie voorvaders.

بَلۡ ہُمۡ فِیۡ شَکٍّ یَّلۡعَبُوۡنَ ﴿۹﴾
Bal hoem fiee shakkiey yal'aboen
44:9 Nee, ze vermaken zich omdat ze twijfelen.

فَارۡتَقِبۡ یَوۡمَ تَاۡتِی السَّمَآءُ بِدُخَانٍ مُّبِیۡنٍ ﴿۰۱﴾
Fartaqieb Yawma ta'ties samaaa'oe bie doeghaanien moebieen
44:10 Wacht dan op de dag wanneer de hemel een duidelijk zichtbare gaswolk\rook produceert,

یَّغۡشَی النَّاسَ ؕ ہٰذَا عَذَابٌ اَلِیۡمٌ ﴿۱۱﴾
Yaghshan naasa haazaa 'azaaboen alieem
44:11 die de mensen zal omsluiten. Dit is een straf die zeer pijn zal doen.

رَبَّنَا اکۡشِفۡ عَنَّا الۡعَذَابَ اِنَّا مُؤۡمِنُوۡنَ ﴿۲۱﴾
Rabbanak shief 'annal 'azaaba iennaa moe'mienoen
44:12 (Ze zullen dan zeggen:) "Onze Heer! Verwijder de straf van ons! Zonder twijfel, we geloven!"

اَنّٰی لَہُمُ الذِّکۡرٰی وَ قَدۡ جَآءَہُمۡ رَسُوۡلٌ مُّبِیۡنٌ ﴿۳۱﴾
Annaa lahoemoez ziekraa wa qad djaaa'ahoem Rasoeloem moebieen
44:13 Hoe kan de waarschuwing dan effect hebben, aangezien er al een duidelijke boodschapper tot hen was gekomen? (Notitie: duidelijk in de zin van herkenning en in het duidelijk verkondigen van de boodschap.)

ثُمَّ تَوَلَّوۡا عَنۡہُ وَ قَالُوۡا مُعَلَّمٌ مَّجۡنُوۡنٌ ﴿۴۱﴾
Soemmaa tawallaw 'anhoe wa qaaloe moe'allamoem madjnoen
44:14 Daarna (na het heengaan van profeet Mohammed v.z.m.h.) keerden ze van hem af, zeggende: "Een onderwezen\slimme man, maar gestoord/bezeten/afgedwaald."

اِنَّا کَاشِفُوا الۡعَذَابِ قَلِیۡلًا اِنَّکُمۡ عَآئِدُوۡنَ ﴿۵۱﴾
Innaa kaashiefoel 'azaabie qalieelaa; iennakoem 'aaa'iedoen
44:!5 Wij zullen de straf tijdelijk weghalen. Echter, zonder enige twijfel, jullie zullen terugkeren (naar jullie oude gedrag).

یَوۡمَ نَبۡطِشُ الۡبَطۡشَۃَ الۡکُبۡرٰی ۚ اِنَّا مُنۡتَقِمُوۡنَ ﴿۶۱﴾
Yawma nabtieshoel batsha tal koebraa iennaa moentaqiemoen
44:16 Op die dag zullen Wij (alles) vasthouden met de grootste grip. Zonder twijfel Wij zullen vergelden (voor elke misdaad).

وَ لَقَدۡ فَتَنَّا قَبۡلَہُمۡ قَوۡمَ فِرۡعَوۡنَ وَ جَآءَہُمۡ رَسُوۡلٌ کَرِیۡمٌ ﴿۷۱﴾
Wa laqad fatannaa qablahoem qawma Fier'awna wa djaaa'ahoem Rasoeloen karieem
44:17 Waarlijk, voor de generatie van hen (de arabieren/Quraish) hebben Wij het volk van Farao beproefd. Er kwam tot hen een eerwaardige boodschapper,

اَنۡ اَدُّوۡۤا اِلَیَّ عِبَادَ اللّٰہِ ؕ اِنِّیۡ لَکُمۡ رَسُوۡلٌ اَمِیۡنٌ ﴿۸۱﴾
An addoeo ielaiya 'iebaadal laahie ienniee lakoem Rasoeloen amieen
44:18 Zeggende: "Geef mij de dienaren van Allah. Ik ben een echte boodschapper (van Allah, gezonden) voor jullie."

وَّ اَنۡ لَّا تَعۡلُوۡا عَلَی اللّٰہِ ۚ اِنِّیۡۤ اٰتِیۡکُمۡ بِسُلۡطٰنٍ مُّبِیۡنٍ ﴿۹۱﴾
Wa al laa ta'loe 'alal laahie ienniee aatieekoem biesoeltaaniem moebieen
44:19 "Verhef julliezelf niet boven Allah. Ik ben tot jullie met een duidelijke autoriteit/gezag gekomen."

وَ اِنِّیۡ عُذۡتُ بِرَبِّیۡ وَ رَبِّکُمۡ اَنۡ تَرۡجُمُوۡنِ ﴿۰۲﴾
Wa ienniee 'oeztoe bie Rabbiee wa rabbiekoem an tardjoemoen
44:20 "Ik zoek mijn toevlucht tot mijn en jullie Heer uit vrees dat jullie mij zullen stenigen."

وَ اِنۡ لَّمۡ تُؤۡمِنُوۡا لِیۡ فَاعۡتَزِلُوۡنِ ﴿۱۲﴾
Wa iel lam toe'mienoe liee fa'tazieloen
44:21 "En als jullie me niet geloven, laat me dan met rust."

فَدَعَا رَبَّہٗۤ اَنَّ ہٰۤؤُلَآءِ قَوۡمٌ مُّجۡرِمُوۡنَ ﴿۲۲﴾
Fada'aa rabbahoeo anna haaa'oelaaa'ie qawmoem moedjriemoen
44:22 Dus zei hij in zijn smeekgebed naar zijn Heer: "Deze (mensen) zijn een misdadig volk."

فَاَسۡرِ بِعِبَادِیۡ لَیۡلًا اِنَّکُمۡ مُّتَّبَعُوۡنَ ﴿۳۲﴾
Fa asrie bie'iebaadiee lailan iennakoem moettaba'oen
44:23 (Allah zei:) "Vertrek 's nachts met Mijn dienaren. Jullie zullen worden achtervolgd."

وَ اتۡرُکِ الۡبَحۡرَ رَہۡوًا ؕ اِنَّہُمۡ جُنۡدٌ مُّغۡرَقُوۡنَ ﴿۴۲﴾
Watroekiel bahra rahwan iennahoem djoendoem moeghraqoen
44:24 "En laat de zee (gespleten) zoals het is ( m.a.w. wees niet bang). Zonder twijfel, zij zijn een leger dat zal verdrinken."

کَمۡ تَرَکُوۡا مِنۡ جَنّٰتٍ وَّ عُیُوۡنٍ ﴿۵۲﴾
Kam tarakoe mien djannaatiew wa 'oeyoen
44:25 (Zie,) Hoeveel tuinen en waterbronnen ze achter lieten,

وَّ زُرُوۡعٍ وَّ مَقَامٍ کَرِیۡمٍ ﴿۶۲﴾
Wa zoeroe'iew wa maqaa mien karieem
44:26 en maisvelden en prachtige plekken,

وَّ نَعۡمَۃٍ کَانُوۡا فِیۡہَا فٰکِہِیۡنَ ﴿۷۲﴾
Wa na'matien kaanoe fieehaa faakiehieen
44:27 en vermakelijke dingen waar ze van genoten.

کَذٰلِکَ ۟ وَ اَوۡرَثۡنٰہَا قَوۡمًا اٰخَرِیۡنَ ﴿۸۲﴾
Kazaalieka wa awrasnaahaa qawman aagharieen
44:28 Dat was dus (de voorzieningen voor het volk van Farao). En Wij deden het door een ander volk erven.

فَمَا بَکَتۡ عَلَیۡہِمُ السَّمَآءُ وَ الۡاَرۡضُ وَ مَا کَانُوۡا مُنۡظَرِیۡنَ ﴿۹۲﴾
Famaa bakat 'alaihiemoes samaaa'oe wal ardoe wa maa kaanoe moenzarieen
44:29 De hemelen en aarde huilde niet voor hen, noch hebben ze uitstel gekregen.

وَ لَقَدۡ نَجَّیۡنَا بَنِیۡۤ اِسۡرَآءِیۡلَ مِنَ الۡعَذَابِ الۡمُہِیۡنِ ﴿۰۳﴾
Wa laqad nadjdjainaa Banieee Israaa'ieela mienal'azaabiel moehieen
44:30 Waarlijk, Wij redde de kinderen van Israël van de vernerende straf,

مِنۡ فِرۡعَوۡنَ ؕ اِنَّہٗ کَانَ عَالِیًا مِّنَ الۡمُسۡرِفِیۡنَ ﴿۱۳﴾
Mien Fier'awn; iennahoe kaana 'aalieyam mienal moesriefieen
44:31 van Farao. Zonder twijfel hij was een arrogante onderdrukker.

وَ لَقَدِ اخۡتَرۡنٰہُمۡ عَلٰی عِلۡمٍ عَلَی الۡعٰلَمِیۡنَ ﴿۲۳﴾
Wa laqadiegh tarnaahoem 'alaa 'ielmien 'alal 'aalamieen
44:32 Waarlijk, Wij hebben hen (de kinderen van Israël) met kennis gekozen boven de bewoners van de werelden (Van mensen, djiens en engelen.)

وَ اٰتَیۡنٰہُمۡ مِّنَ الۡاٰیٰتِ مَا فِیۡہِ بَلٰٓـؤٌا مُّبِیۡنٌ ﴿۳۳﴾
Wa aatainaahoem mienal aayaatie maa fieehie balaaa'oem moebieen
44:33 Wij gaven hen tekenen van dat het (leven) een duidelijke beproeving is.

اِنَّ ہٰۤؤُلَآءِ لَیَقُوۡلُوۡنَ ﴿۴۳﴾
Inna haaa'oelaaa'ie la yaqoeloen
44:34 (Echter, de arabieren, Quraish) zij! Ze zeiden:

اِنۡ ہِیَ اِلَّا مَوۡتَتُنَا الۡاُوۡلٰی وَ مَا نَحۡنُ بِمُنۡشَرِیۡنَ ﴿۵۳﴾
In hieya iellaa mawtatoenal oelaa wa maa nahnoe biemoen sharieen
44:35 "Het is alleen onze enige dood, we zullen worden niet herrezen."

فَاۡتُوۡا بِاٰبَآئِنَاۤ اِنۡ کُنۡتُمۡ صٰدِقِیۡنَ ﴿۶۳﴾
Fa'toe bie aabaaa'ienaaa ien-koentoem saadieqieen
44:36 "Breng onze voorvaders dan, als jullie de waarheid spreken."

اَہُمۡ خَیۡرٌ اَمۡ قَوۡمُ تُبَّعٍ ۙ وَّ الَّذِیۡنَ مِنۡ قَبۡلِہِمۡ ؕ اَہۡلَکۡنٰہُمۡ ۫ اِنَّہُمۡ کَانُوۡا مُجۡرِمِیۡنَ ﴿۷۳﴾
Ahoem ghayroen am qawmoe Toebba'iew wallazieena mien qabliehiem; ahlaknaahoem iennahoem kaanoe moedjriemieen
44:37 Zijn zij beter of het volk van Toebba of de generaties voor hen? Wij hebben ze vernietigd, zonder twijfel zij waren misdadigers.

وَ مَا خَلَقۡنَا السَّمٰوٰتِ وَ الۡاَرۡضَ وَ مَا بَیۡنَہُمَا لٰعِبِیۡنَ ﴿۸۳﴾
Wa maa ghalaqnas samaawaatie wal arda wa maa baina hoemaa laa'iebieen
44:38 Wij hebben de hemelen, de aarde en wat er ook maar tussen hen is, niet voor\als vermaak geschapen. (Notitie: Elke schepping representeert de grootheid en barmhartigheid van Allah.)

مَا خَلَقۡنٰہُمَاۤ اِلَّا بِالۡحَقِّ وَ لٰکِنَّ اَکۡثَرَہُمۡ لَا یَعۡلَمُوۡنَ ﴿۹۳﴾
Maa ghalaqnaahoemaaa iellaa bielhaqqie wa laakienna aksarahoem laa ya'lamoen
44:39 Wij schiepen beide van hen alleen op basis van waarheid, maar de meesten van hen beseffen het (de grootheid van Allah) niet.

اِنَّ یَوۡمَ الۡفَصۡلِ مِیۡقَاتُہُمۡ اَجۡمَعِیۡنَ ﴿۰۴﴾
Inna yawmal faslie mieeqaatoehoem adjma'ieen
44:40 Zonder twijfel, de dag des oordeels is voor hen allen een vastgestelde tijdstip.

یَوۡمَ لَا یُغۡنِیۡ مَوۡلًی عَنۡ مَّوۡلًی شَیۡئًا وَّ لَا ہُمۡ یُنۡصَرُوۡنَ ﴿۱۴﴾
Yawma laa yoeghniee mawlan 'am mawlan shai'aw wa laa hoem yoensaroen
44:41 Op die dag zal een relatie tussen elkaar geen baat hebben, noch zullen ze (elkaar) kunnen helpen.

اِلَّا مَنۡ رَّحِمَ اللّٰہُ ؕ اِنَّہٗ ہُوَ الۡعَزِیۡزُ الرَّحِیۡمُ ﴿۲۴﴾
Illaa mar rahiemal laah' iennahoe hoewal 'azieezoer rahieem
44:42 Behalve voor wie Allah "Rahiem" is. Voorzeker, Hij is Al-Aziez (de Almachtige), Ar-Rahiem (de meest Barmhartige). (Notitie: Rahmaan is de barmhartigheid van Allah op iedereen, maar voor een bepaalde tijdsduur. Rahiem is de barmhartigheid van Allah op degenen die zich aan Allah alleen hebben onderworpen. Deze barmhartigheid is voor altijd.)

اِنَّ شَجَرَتَ الزَّقُّوۡمِ ﴿۳۴﴾
Inna shadjarataz zaqqoem
44:43 Zonder twijfel, (de vruchten van) de boom van Zaqqoem,

طَعَامُ الۡاَثِیۡمِ ﴿۴۴﴾
Ta'aamoel asieem
44:44 zal het eten voor de zondaar zijn. (Notitie: de boom van Zaqqoem bevindt zich in de hel zie 56:52)

کَالۡمُہۡلِ ۚۛ یَغۡلِیۡ فِی الۡبُطُوۡنِ ﴿۵۴﴾
Kalmoehlie yaghliee fielboetoen
44:45 Het is als kokende olie. Het zal koken in de buiken,

کَغَلۡیِ الۡحَمِیۡمِ ﴿۶۴﴾
Kaghalyiel hamieem
44:46 net als het verdampen van kokend water.

خُذُوۡہُ فَاعۡتِلُوۡہُ اِلٰی سَوَآءِ الۡجَحِیۡمِ ﴿۷۴﴾
ghoezoehoe fa'tieloehoe ielaa sawaaa'iel djahieem
44:47 (Er zal gezegd worden:) "Grijp hem en sleep hem naar de kern van het laaiende vuur."

ثُمَّ صُبُّوۡا فَوۡقَ رَاۡسِہٖ مِنۡ عَذَابِ الۡحَمِیۡمِ ﴿۸۴﴾
Soemma soebboe fawqa ra'siehiee mien 'azaabiel hamieem
44:48 "Giet daarna de straf van heet kokend water over zijn hoofd."

ذُقۡ ۚۙ اِنَّکَ اَنۡتَ الۡعَزِیۡزُ الۡکَرِیۡمُ ﴿۹۴﴾
Zoeq iennaka antal 'azieezoel karieem
44:49 "Proef! Jij was toch machtig en eervol?!"

اِنَّ ہٰذَا مَا کُنۡتُمۡ بِہٖ تَمۡتَرُوۡنَ ﴿۰۵﴾
Inna haazaa maa koentoem biehiee tamtaroen
44:50 "Voorzeker, dit is hetgeen waar jullie aan twijfelden!"

اِنَّ الۡمُتَّقِیۡنَ فِیۡ مَقَامٍ اَمِیۡنٍ ﴿۱۵﴾
Innal moettaqieena fiee maqaamien amieen
44:51 Zonder twijfel, de moettaqoens (zie, 2:2-5) zullen zich bevinden op een veilige plek,

فِیۡ جَنّٰتٍ وَّ عُیُوۡنٍ ﴿۲۵﴾
Fiee djannaatiew wa 'oeyoen
44:52 tussen tuinen en bronnen\fonteinen,

یَّلۡبَسُوۡنَ مِنۡ سُنۡدُسٍ وَّ اِسۡتَبۡرَقٍ مُّتَقٰبِلِیۡنَ ﴿۳۵﴾
Yalbasoena mien soendoesiew wa iestabraqiem moetaqaabielieen
44:53 gekleed in dunne en in dikke zijde. Zittend tegenover elkaar.

کَذٰلِکَ ۟ وَ زَوَّجۡنٰہُمۡ بِحُوۡرٍ عِیۡنٍ ﴿۴۵﴾
Kazaalieka wa zawwadjnaahoem biehoerien 'ieen
44:54 Daarboven op, zullen Wij hen huwen\vergezellen met metgezellen die mooie grote ogen hebben.

یَدۡعُوۡنَ فِیۡہَا بِکُلِّ فَاکِہَۃٍ اٰمِنِیۡنَ ﴿۵۵﴾
Yad'oena fieehaa biekoellie faakiehatien aamienieen
44:55 Ze zullen vragen om allerlei vruchten. (Verblijfend) in vrede en veiligheid.

لَا یَذُوۡقُوۡنَ فِیۡہَا الۡمَوۡتَ اِلَّا الۡمَوۡتَۃَ الۡاُوۡلٰی ۚ وَ وَقٰہُمۡ عَذَابَ الۡجَحِیۡمِ ﴿۶۵﴾
Laa yazoeqoena fieehal mawtaa iellal mawtatal oelaa wa waqaahoem 'azaabal djahieem
44:56 Ze zullen daar de dood niet proeven na de eerste dood. Hij zal hen beschermen tegen de straf van het vuur. (Notitie: Zie ook 40:11 m.b.t. de dood.)

فَضۡلًا مِّنۡ رَّبِّکَ ؕ ذٰلِکَ ہُوَ الۡفَوۡزُ الۡعَظِیۡمُ ﴿۷۵﴾
Fadlam mier rabbiek; zaalieka hoewal fawzoel 'azieem
44:57 Een extra grote beloning van jouw Heer. Dat is de grote success.

فَاِنَّمَا یَسَّرۡنٰہُ بِلِسَانِکَ لَعَلَّہُمۡ یَتَذَکَّرُوۡنَ ﴿۸۵﴾
Fa iennamaa yassarnaahoe bieliesaanieka la'allahoem yatazakkaroen
44:58 Zonder twijfel, Wij hebben het (de Koran) in jouw moedertaal gemakkelijk gemaakt, zodat ze er lering kunnen uit trekken.

فَارۡتَقِبۡ اِنَّہُمۡ مُّرۡتَقِبُوۡنَ ﴿۹۵﴾
Fartaqieb iennahoem moerta qieboen
44:59 Dus wacht (Mohammed v.m.h), zij wachten ook.


www.heiligekoran.nl