24 An-Nur (Het licht)
بِسۡمِ اللّٰہِ الرَّحۡمٰنِ الرَّحِیۡمِ
In de naam van Allah, Ar-Rahmaan (de meest Barmhartige m.b.t. iedereen, maar tijdelijk van duur), Ar-Rahiem (Degenen Die altijd Barmhartig zal zijn voor de gelovigen)
سُوۡرَۃٌ اَنۡزَلۡنٰہَا وَ فَرَضۡنٰہَا وَ اَنۡزَلۡنَا فِیۡہَاۤ اٰیٰتٍۭ بَیِّنٰتٍ لَّعَلَّکُمۡ تَذَکَّرُوۡنَ ﴿۱﴾
Soeratoen anzalnaahaa wa faradnaahaa wa anzalnaa fieehaaa Aayaatiem baiyienaatiel la'allakoem tazakkaroen
24:1 (Dit is) Een Surah (een hoofdstuk van de Koran) die wij hebben neergezonden en (de wetgeving erin) verplicht gesteld. Wij hebben duidelijke verzen erin geopenbaard, zodat jullie gewaarschuwd zijn. (Notitie: Deze Soerah is geopenbaard in Medina, toen er een islamitische gevestigde samenleving begon te ontstaan.)

اَلزَّانِیَۃُ وَ الزَّانِیۡ فَاجۡلِدُوۡا کُلَّ وَاحِدٍ مِّنۡہُمَا مِائَۃَ جَلۡدَۃٍ ۪ وَّ لَا تَاۡخُذۡکُمۡ بِہِمَا رَاۡفَۃٌ فِیۡ دِیۡنِ اللّٰہِ اِنۡ کُنۡتُمۡ تُؤۡمِنُوۡنَ بِاللّٰہِ وَ الۡیَوۡمِ الۡاٰخِرِ ۚ وَ لۡیَشۡہَدۡ عَذَابَہُمَا طَآئِفَۃٌ مِّنَ الۡمُؤۡمِنِیۡنَ ﴿۲﴾
Azzaanieyatoe wazzaaniee fadjliedoe koella waahiediem mienhoemaa mie'ata djaldatiew wa laa taaghoezkoem biehiemaa raafatoen fiee dieeniel laahie ien koentoem toe'mienoena biellaahie wal Yawmiel Aaghierie wal yashhad 'azaabahoemaa taaa'iefatoem mienal moe'mienieen
24:2 (Wat betreft) De vrouw en de man die 'Zina' (met elkaar) plegen (geslachtsgemeenschap die buiten het huwelijk plaatsvinden), sla elk van hen met honderd slagen. Als jullie in Allah en in de laatste dag geloven, laat dan de medelijden met hen jullie niet weerhouden (in de uitvoering ervan) met betrekking tot de 'Dien' (levenswijze/wetgeving) van Allah. En laat een gelovige groep getuigen zijn van hun straf. (Notitie: De wet voorkomt verderf tussen familiebanden m.b.t. eer en erfenis en de verantwoordelijkheden met betrekking tot kinderen die uit Zina voortkomen. Deze vers specificeert niet of het om gehuwde of niet gehuwde mensen gaat. Echter, volgens de Sunnah wordt deze wet alleen toegepast bij ongehuwde mensen, die niet kiezen voor het huwelijk, maar losbandig willen zijn (player imago) en hun verlangens willen bevredigen. Bij gehuwde mensen geldt het stenigen tot de dood, zoals vermeldt in Thora en in andere openbaringen. De wet is alleen toepasbaar als er vier getuigen van de daad zijn of als de personen in kwestie zichzelf aangeven. Het is onbekend of er gevallen zijn waarbij er vier getuigen waren van een zina daad. Volgens Sahih Al Bukhari zijn er wel mensen die zich vrijwillig hebben aangeven, zie boek of al-Hudud vol 8 Hadith 6814 en 6820.)

اَلزَّانِیۡ لَا یَنۡکِحُ اِلَّا زَانِیَۃً اَوۡ مُشۡرِکَۃً ۫ وَّ الزَّانِیَۃُ لَا یَنۡکِحُہَاۤ اِلَّا زَانٍ اَوۡ مُشۡرِکٌ ۚ وَ حُرِّمَ ذٰلِکَ عَلَی الۡمُؤۡمِنِیۡنَ ﴿۳﴾
Azzaaniee laa yan-kiehoe iellaa zaanieyatan aw moeshriekataw wazzaanieyatoe laa yan-kiehoehaaa iellaa zaanien aw moeshriek; wa hoerriema zaalieka 'alal moe'mienieen
24:3 De man die 'Zina' pleegt, kan alleen 'Nikah' (de seksuele daad) begaan met een vrouw die (al) de daad heeft gepleegd of met een vrouw die in afgoden gelooft. De vrouw die de daad pleegt, kan alleen de daad begaan met een man die 'Zina' heeft gepleegd of met een man die in afgoden gelooft. De vromen kunnen de daad niet begaan (vanwege de niveau van Taqwa). (Notitie: het Arabische woord Nikah betekent geslachtsgemeenschap of het contract voor de geslachtsgemeenschap, m.a.w. het huwelijk. Vers 2:221 vermeldt dat het verboden is om een man of een vrouw die in afgoden gelooft, te huwen. De eerste vers van deze Soerah begint ook met de vermelding van 'duidelijke' verzen, dus eenduidige verzen, die maar op één manier vertaald kunnen worden. Het woord Nikah in deze vers kan daarom alleen vertaald worden als de seksuele daad en niet als het huwelijk. Wat ook in deze vers zichtbaar is, is het niveau van 'Imaan'. Iemand met een hoog Imaan, dus die vroom is, kan deze daad niet begaan. Een ander punt, is dat de vers eerst met de man begint en daarna met de vrouw, omdat de man degene is die de daad verricht. De Koran geeft de vromen middelen om niet tot 'Zina' te komen, zie 24:30-31. Zie 23:1-10 de eigenschappen van een vrome.)

وَ الَّذِیۡنَ یَرۡمُوۡنَ الۡمُحۡصَنٰتِ ثُمَّ لَمۡ یَاۡتُوۡا بِاَرۡبَعَۃِ شُہَدَآءَ فَاجۡلِدُوۡہُمۡ ثَمٰنِیۡنَ جَلۡدَۃً وَّ لَا تَقۡبَلُوۡا لَہُمۡ شَہَادَۃً اَبَدًا ۚ وَ اُولٰٓئِکَ ہُمُ الۡفٰسِقُوۡنَ ۙ﴿۴﴾
Wallazieena yarmoenal moehsanaatie soemma lam yaatoe bie-arba'atie shoehadaaa'a fadjliedoehoem samaanieena djaldataw wa laa taqbaloe lahoem shahaadatan abadaa; wa oelaaa'ieka hoemoel faasieqoen
24:4 En degenen die getrouwde vrouwen beschuldigen (van niet geoorloofde geslachtsgemeenschap) en geen vier getuigen (kunnen) brengen, sla hen met tachtig slagen. Accepteer nooit hun getuigenis. Zij zijn degenen die provocerend ongehoorzaam zijn.

اِلَّا الَّذِیۡنَ تَابُوۡا مِنۡۢ بَعۡدِ ذٰلِکَ وَ اَصۡلَحُوۡا ۚ فَاِنَّ اللّٰہَ غَفُوۡرٌ رَّحِیۡمٌ ﴿۵﴾
Illal lazieena taaboe miem ba'die zaalieka wa aslahoe fa iennal laaha Ghafoeroer Rahieem
24:5 Behalve degenen die daarna om vergiffenis vragen en goede daden verrichten. Dan voorzeker, Allah is Al-Gafoer (de meest Vergevensgezinde), Ar-Rahiem (Degenen die zeer Barmhartig is voor de gelovigen).

وَ الَّذِیۡنَ یَرۡمُوۡنَ اَزۡوَاجَہُمۡ وَ لَمۡ یَکُنۡ لَّہُمۡ شُہَدَآءُ اِلَّاۤ اَنۡفُسُہُمۡ فَشَہَادَۃُ اَحَدِہِمۡ اَرۡبَعُ شَہٰدٰتٍۭ بِاللّٰہِ ۙ اِنَّہٗ لَمِنَ الصّٰدِقِیۡنَ ﴿۶﴾
Wallazieena yarmoena azwaadjahoem wa lam yakoel lahoem shoehadaaa'oe iellaaa anfoesoehoem fashahaadatoe ahadiehiem arba'oe shahaadaatiem biellaahie iennahoe lamienas saadieqieen
24:6 Degenen die hun echtgenotes beschuldigen en die geen getuigen ervoor hebben, behalve zichzelf (als getuige), dan is het afleggen van zijn getuigenis, vier keer zweren bij de naam van Allah, dat hij zeker waarheidsgetrouw is (de waarheid spreekt).

وَ الۡخَامِسَۃُ اَنَّ لَعۡنَتَ اللّٰہِ عَلَیۡہِ اِنۡ کَانَ مِنَ الۡکٰذِبِیۡنَ ﴿۷﴾
Wal ghaamiesatoe anna la'natal laahie 'alaihie ien kaana mienal kaaziebieen
24:7 En als vijfde (verklaart hij) dat de vloek van Allah op hem zal rusten als hij liegt.

وَ یَدۡرَؤُا عَنۡہَا الۡعَذَابَ اَنۡ تَشۡہَدَ اَرۡبَعَ شَہٰدٰتٍۭ بِاللّٰہِ ۙ اِنَّہٗ لَمِنَ الۡکٰذِبِیۡنَ ۙ﴿۸﴾
Wa yadra'oe anhal 'azaaba an tashhada arba'a shahaa daatiem biellaahie iennahoe lamienal kaaziebieen
24:8 Echter de straf wordt haar onthouden als zij vier keer getuigt bij Allah dat hij zeker liegt.

وَ الۡخَامِسَۃَ اَنَّ غَضَبَ اللّٰہِ عَلَیۡہَاۤ اِنۡ کَانَ مِنَ الصّٰدِقِیۡنَ ﴿۹﴾
Wal ghaamiesata anna ghadabal laahie 'alaihaaa ien kaana mienas saadieqieen
24:9 En als vijfde (verklaart ze) dat de toorn\woede van Allah op haar zal zijn als hij de waarheid spreekt.

وَ لَوۡ لَا فَضۡلُ اللّٰہِ عَلَیۡکُمۡ وَ رَحۡمَتُہٗ وَ اَنَّ اللّٰہَ تَوَّابٌ حَکِیۡمٌ ﴿۰۱﴾
Wa law laa fadloel laahie 'alaikoem wa rahmatoehoe wa annal laaha Tawwaaboen Hakieem
24:10 En als de genade en de barmhartigheid van Allah niet op jullie was, (dan waren jullie nooit vergeven). En (weet) dat Allah 'At-Tawwab' (de vaak Vergevende, de meest berouw Aanvaardende), Al-Hakiem (de Al-Wijze) is.

اِنَّ الَّذِیۡنَ جَآءُوۡ بِالۡاِفۡکِ عُصۡبَۃٌ مِّنۡکُمۡ ؕ لَا تَحۡسَبُوۡہُ شَرًّا لَّکُمۡ ؕ بَلۡ ہُوَ خَیۡرٌ لَّکُمۡ ؕ لِکُلِّ امۡرِیًٔ مِّنۡہُمۡ مَّا اکۡتَسَبَ مِنَ الۡاِثۡمِ ۚ وَ الَّذِیۡ تَوَلّٰی کِبۡرَہٗ مِنۡہُمۡ لَہٗ عَذَابٌ عَظِیۡمٌ ﴿۱۱﴾
Innal lazieena djaaa'oe bieliefkie 'oesbatoem mien-koem; laa tahsaboehoe sharral lakoem bal hoewa ghairoel lakoem; liekoel liemrie'iem mienhoem mak tasaba mienal-iesm; wallaziee tawallaa kiebrahoe mienhoem lahoe 'azaaboen 'azieem
24:11 Voorzeker, een groep onder jullie bracht de leugen naar voren. Denk niet dat het slecht is voor jullie. Nee! het is (juist) goed voor jullie. Voor elk persoon van hen is de verdiende zonde. En voor degene van hen, die het geïnitieerd heeft, is er een zware straf. (Notitie: Aisha r.a., de vrouw van de profeet, werd beschuldigd van 'Zina', toen werd deze en de volgende verzen geopenbaard.)

لَوۡ لَاۤ اِذۡ سَمِعۡتُمُوۡہُ ظَنَّ الۡمُؤۡمِنُوۡنَ وَ الۡمُؤۡمِنٰتُ بِاَنۡفُسِہِمۡ خَیۡرًا ۙ وَّ قَالُوۡا ہٰذَاۤ اِفۡکٌ مُّبِیۡنٌ ﴿۲۱﴾
Law laaa iez samie'toemoehoe zannal moe'mienoena walmoe'mienaatoe bie anfoesiehiem ghairaw wa qaaloe haazaaa iefkoem moebieen
24:12 Waarom dachten de vrome mannen en vrouwen niet het goede over elkaar toen ze het (de beschuldiging) hoorden? En waarom zeiden ze niet: "Dit is een duidelijke leugen!" ?

لَوۡ لَا جَآءُوۡ عَلَیۡہِ بِاَرۡبَعَۃِ شُہَدَآءَ ۚ فَاِذۡ لَمۡ یَاۡتُوۡا بِالشُّہَدَآءِ فَاُولٰٓئِکَ عِنۡدَ اللّٰہِ ہُمُ الۡکٰذِبُوۡنَ ﴿۳۱﴾
Law laa djaaa'oe 'alaihie bie-arba'atie shoehadaaa'; fa iez lam yaatoe bieshshoehadaaa'ie fa oelaaa 'ieka 'iendal laahie hoemoel kaazieboen
24:13 Waarom hebben ze geen vier getuigen ervoor gebracht? Omdat ze dus geen getuigen hebben gebracht, zijn ze door Allah tot de leugenaars verklaart. (Notitie: Zie Nisa, 4:15, de wetgeving m.b.t. 'Zina' en het brengen van vier getuigen was al eerder geopenbaard.)

وَ لَوۡ لَا فَضۡلُ اللّٰہِ عَلَیۡکُمۡ وَ رَحۡمَتُہٗ فِی الدُّنۡیَا وَ الۡاٰخِرَۃِ لَمَسَّکُمۡ فِیۡ مَاۤ اَفَضۡتُمۡ فِیۡہِ عَذَابٌ عَظِیۡمٌ ﴿۴۱﴾
Wa law laa fadloel laahie 'alaikoem wa rahmatoehoe fieddoenyaa wal aaghieratie lamassakoem fiee maaa afadtoem fieehie 'azaaboen 'azieem
24:14 En als de genade en de barmhartigheid van Allah niet op jullie rustte gedurende deze wereld en in het hiernamaals (op dag des oordeels), dan had een zware straf jullie getroffen voor datgeen wat jullie uitten.

اِذۡ تَلَقَّوۡنَہٗ بِاَلۡسِنَتِکُمۡ وَ تَقُوۡلُوۡنَ بِاَفۡوَاہِکُمۡ مَّا لَیۡسَ لَکُمۡ بِہٖ عِلۡمٌ وَّ تَحۡسَبُوۡنَہٗ ہَیِّنًا ٭ۖ وَّ ہُوَ عِنۡدَ اللّٰہِ عَظِیۡمٌ ﴿۵۱﴾
Iz talaqqawnahoe bie alsienatiekoem wa taqoeloena bie afwaahiekoem maa laisa lakoem biehiee 'ielmoew wa tahsaboe nahoe haiyienaw wa hoewa 'iendal laahie 'azieem
24:15 Jullie dachten dat het iets kleins was, toen jullie de gedachte (met betrekking tot de beschuldiging) jullie tong lieten bereiken en jullie datgeen waarover jullie geen kennis hadden, uitspraken met jullie monden. Echter, voor Allah is het iets groots.

وَ لَوۡ لَاۤ اِذۡ سَمِعۡتُمُوۡہُ قُلۡتُمۡ مَّا یَکُوۡنُ لَنَاۤ اَنۡ نَّتَکَلَّمَ بِہٰذَا ٭ۖ سُبۡحٰنَکَ ہٰذَا بُہۡتَانٌ عَظِیۡمٌ ﴿۶۱﴾
Wa law laaa iez samie'toe moehoe qoeltoem maa yakoenoe lanaaa an natakallama biehaazaa Soebhaanaka haaza boehtaanoen 'azieem
24:16 En waarom zeiden jullie niet, toen jullie het hoorden: "Het is niet aan ons om erover te praten. Soebhaan (de ultieme perfectie, zonder enige tekortkoming) bent U (Allah)! Dit is een enorme beschuldiging!" ?

یَعِظُکُمُ اللّٰہُ اَنۡ تَعُوۡدُوۡا لِمِثۡلِہٖۤ اَبَدًا اِنۡ کُنۡتُمۡ مُّؤۡمِنِیۡنَ ﴿۷۱﴾
Ya'iezoekoemoel laahoe an ta'oedoe liemiesliehieee abadan ien koentoem moe'mienieen
24:17 Allah waarschuwt jullie om zoiets nooit meer te doen, als jullie gelovig zijn.

وَ یُبَیِّنُ اللّٰہُ لَکُمُ الۡاٰیٰتِ ؕ وَ اللّٰہُ عَلِیۡمٌ حَکِیۡمٌ ﴿۸۱﴾
Wa yoebaiyienoel laahoe lakoemoel Aayaat; wallaahoe 'Alieemoen Hakieem
24:18 Allah maakt de Ayahs (verzen, tekenen) duidelijk voor jullie want Allah is Al-Aliem (de Alwetende), Al-Hakiem (de Alwijze).

اِنَّ الَّذِیۡنَ یُحِبُّوۡنَ اَنۡ تَشِیۡعَ الۡفَاحِشَۃُ فِی الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا لَہُمۡ عَذَابٌ اَلِیۡمٌ ۙ فِی الدُّنۡیَا وَ الۡاٰخِرَۃِ ؕ وَ اللّٰہُ یَعۡلَمُ وَ اَنۡتُمۡ لَا تَعۡلَمُوۡنَ ﴿۹۱﴾
Innal lazieena yoehiebboena an tashiee'al faahieshatoe fiel lazieena aamanoe lahoem 'azaaboen alieemoen fied doenyaa wal Aaghierah; wallaahoe ya'lamoe wa antoem laa ta'lamoen
24:19 Voorzeker, voor degenen die ervan houden om de onzedelijkheid onder de gelovigen te verspreiden, is er een pijnlijke straf gedurende deze wereld en in het hiernamaals. Allah weet terwijl jullie niet weten.

وَ لَوۡ لَا فَضۡلُ اللّٰہِ عَلَیۡکُمۡ وَ رَحۡمَتُہٗ وَ اَنَّ اللّٰہَ رَءُوۡفٌ رَّحِیۡمٌ ﴿۰۲﴾
Wa law laa fadloel laahie 'alaikoem wa rahmatoehoe wa annal laaha Ra'oefoer Rahieem
24:20 En als de genade en de barmhartigheid van Allah niet op jullie was (dan waren jullie zeker bestraft). En (weet) dat Allah 'Ar-Raoef' (de meest Vriendelijke), Ar-Rahiem (zeer Barmhartig naar gelovigen toe) is.

یٰۤاَیُّہَا الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا لَا تَتَّبِعُوۡا خُطُوٰتِ الشَّیۡطٰنِ ؕ وَ مَنۡ یَّتَّبِعۡ خُطُوٰتِ الشَّیۡطٰنِ فَاِنَّہٗ یَاۡمُرُ بِالۡفَحۡشَآءِ وَ الۡمُنۡکَرِ ؕ وَ لَوۡ لَا فَضۡلُ اللّٰہِ عَلَیۡکُمۡ وَ رَحۡمَتُہٗ مَا زَکٰی مِنۡکُمۡ مِّنۡ اَحَدٍ اَبَدًا ۙ وَّ لٰکِنَّ اللّٰہَ یُزَکِّیۡ مَنۡ یَّشَآءُ ؕ وَ اللّٰہُ سَمِیۡعٌ عَلِیۡمٌ ﴿۱۲﴾
Yaaa aiyoehal lazieena aamanoe laa tattabie'oe ghoetoewaatiesh Shaitaan; wa many-yattabie' ghoetoewaatiesh Shaitaanie fa iennahoe yaamoeroe bielfahshaaa'ie walmoen-kar; wa law laa fadloel laahie 'alaikoem wa rahmatoehoe maa zakaa mien-koem mien ahadien abadaw wa laakiennal laaha yoezakkiee many-yashaaa'; wallaahoe Samiee'oen 'Alieem
24:21 O gelovigen! Volg de voetstappen van de satan niet! Wie de voetstappen van de satan volgt, voorzeker, weet dan dat hij de onzedelijkheid en het kwaad beveelt. En als de genade en de barmhartigheid van Allah niet op jullie was, dan zou niemand van jullie ooit rein zijn. Echter, Allah reinigt wie Hij wil, want Allah is As-Samie (de alles Horende), Al-Aliem (de Al-Wetende). (Notitie: het verspreiden van onzedelijkheid wordt gezien als het volgen van de voetsporen van de satan. Uiteindelijk zal de satan de onzedelijkheid en kwaad bevelen. Zie ook 2:169.)

وَ لَا یَاۡتَلِ اُولُوا الۡفَضۡلِ مِنۡکُمۡ وَ السَّعَۃِ اَنۡ یُّؤۡتُوۡۤا اُولِی الۡقُرۡبٰی وَ الۡمَسٰکِیۡنَ وَ الۡمُہٰجِرِیۡنَ فِیۡ سَبِیۡلِ اللّٰہِ ۪ۖ وَ لۡیَعۡفُوۡا وَ لۡیَصۡفَحُوۡا ؕ اَلَا تُحِبُّوۡنَ اَنۡ یَّغۡفِرَ اللّٰہُ لَکُمۡ ؕ وَ اللّٰہُ غَفُوۡرٌ رَّحِیۡمٌ ﴿۲۲﴾
Wa laa yaatalie oeloel fadlie mien-koem wassa'atie ay yoe'toeo oeliel qoerbaa walmasaakieena walmoehaadjierieena fiee sabieeliellaahie walya'foe walyasfahoe; alaa toehiebboena ay yaghfieral laahoe lakoem; wal laahoe Ghafoeroer Rahieem
24:22 En laat degenen die rijk zijn en veel middelen tot hun beschikking hebben, niet zweren dat ze de familieleden\verwanten, de behoeftigen en de emigranten (die emigreerden) op de weg van Allah, niet zullen helpen. Laat hen vergeven en vergeten. Willen jullie niet dat Allah jullie vergeeft? Allah is Al-Gafoer (de meest Vergevensgezinde), Ar-Rahiem (zeer Barmhartig naar gelovigen toe). (Notitie: Abu Bakr r.a., de vader van Aisha r.a., had zich voorgenomen om de beschuldigers van Aisha, niet meer te helpen. Vervolgens werd deze vers geopenbaard.)

اِنَّ الَّذِیۡنَ یَرۡمُوۡنَ الۡمُحۡصَنٰتِ الۡغٰفِلٰتِ الۡمُؤۡمِنٰتِ لُعِنُوۡا فِی الدُّنۡیَا وَ الۡاٰخِرَۃِ ۪ وَ لَہُمۡ عَذَابٌ عَظِیۡمٌ ﴿۳۲﴾
Innal lazieena yarmoenal moehsanaatiel ghaafielaatiel moe'mienaatie loe'ienoe fied doenyaa wal Aaghieratie wa lahoem 'azaaboen 'azieem
24:23 Voorwaar, degenen die getrouwde vrouwen die onschuldig en gelovig zijn, beschuldigen, zijn vervloekt gedurende het wereldse leven en in het hiernamaals. En voor hen is er een zware straf.

یَّوۡمَ تَشۡہَدُ عَلَیۡہِمۡ اَلۡسِنَتُہُمۡ وَ اَیۡدِیۡہِمۡ وَ اَرۡجُلُہُمۡ بِمَا کَانُوۡا یَعۡمَلُوۡنَ ﴿۴۲﴾
Yawma tashhhadoe 'alaihiem alsienatoehoem wa aidieehiem wa ardjoeloehoem biemaa kaanoe ya'maloen
24:24 Op een dag zullen hun tongen, hun handen en hun voeten getuigen tegen hen voor datgeen wat ze deden.

یَوۡمَئِذٍ یُّوَفِّیۡہِمُ اللّٰہُ دِیۡنَہُمُ الۡحَقَّ وَ یَعۡلَمُوۡنَ اَنَّ اللّٰہَ ہُوَ الۡحَقُّ الۡمُبِیۡنُ ﴿۵۲﴾
Yawma'ieziey yoewaf fieehiemoel laahoe dieenahoemoel haqqa wa ya'lamoena annal laaha Hoewal Haqqoel Moebieen
24:25 Op die Dag zal Allah hen hun verschuldigde beloning volledig uit betalen. Ze zullen weten dat Allah duidelijk de waarheid is.

اَلۡخَبِیۡثٰتُ لِلۡخَبِیۡثِیۡنَ وَ الۡخَبِیۡثُوۡنَ لِلۡخَبِیۡثٰتِ ۚ وَ الطَّیِّبٰتُ لِلطَّیِّبِیۡنَ وَ الطَّیِّبُوۡنَ لِلطَّیِّبٰتِ ۚ اُولٰٓئِکَ مُبَرَّءُوۡنَ مِمَّا یَقُوۡلُوۡنَ ؕ لَہُمۡ مَّغۡفِرَۃٌ وَّ رِزۡقٌ کَرِیۡمٌ ﴿۶۲﴾
Al ghabieesaatoe liel ghabieesieena wal ghabieesoena liel ghabieesaatie wat taiyiebaatoe liet taiyiebieena wat taiyieboena liet taiyiebaat; oelaaa'ieka moebarra'oena miemma yaqoeloena lahoem maghfieratoew wa riezqoen karieem
24:26 Slechte vrouwen zijn voor slechte mannen en slechte mannen zijn voor slechte vrouwen. Goede vrouwen zijn voor goede mannen en goede mannen zijn voor goede vrouwen. Ze zijn onschuldig voor datgeen wat ze zeggen. Voor hen is er vergeving en een nobele voorziening. (Notitie: Deze vers verklaard de onschuld van Aisha r.a. .)

یٰۤاَیُّہَا الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا لَا تَدۡخُلُوۡا بُیُوۡتًا غَیۡرَ بُیُوۡتِکُمۡ حَتّٰی تَسۡتَاۡنِسُوۡا وَ تُسَلِّمُوۡا عَلٰۤی اَہۡلِہَا ؕ ذٰلِکُمۡ خَیۡرٌ لَّکُمۡ لَعَلَّکُمۡ تَذَکَّرُوۡنَ ﴿۷۲﴾
Yaaa aiyoehal lazieena aamanoe laa tadghoeloe boeyoetan ghaira boeyoetiekoem hatta tastaaniesoe wa toesalliemoe 'allaa ahliehaa; zaaliekoem ghairoel lakoem la'allakoem tazakkaroen
24:27 O gelovigen! Betreed geen huizen, afgezien van jullie eigen huizen, totdat jullie toestemming hebben gevraagd en jullie jezelf vredig ("Saliemoe") aan de bewoners hebben overgegeven. Dat is het beste voor jullie, zodat jullie (de gunsten van Allah) gedenken. (Notitie: met "vredig overgeven", wordt gezien om goede intenties te hebben voor de bewoners en de bewoners geen onrecht aan te doen. Zie ook 24:61.)

فَاِنۡ لَّمۡ تَجِدُوۡا فِیۡہَاۤ اَحَدًا فَلَا تَدۡخُلُوۡہَا حَتّٰی یُؤۡذَنَ لَکُمۡ ۚ وَ اِنۡ قِیۡلَ لَکُمُ ارۡجِعُوۡا فَارۡجِعُوۡا ہُوَ اَزۡکٰی لَکُمۡ ؕ وَ اللّٰہُ بِمَا تَعۡمَلُوۡنَ عَلِیۡمٌ ﴿۸۲﴾
Fa iel lam tadjiedoe fieehaaa ahadan falaa tadghoeloehaa hattaa yoe'zana lakoem wa ien qieela lakoemoerdjie'oe fardjie'oe hoewa azkaa lakoem; wallaahoe biemaa ta'maloena 'Alieem
24:28 Maar als jullie niemand thuis aantreffen, ga dan alleen naar binnen als jullie toestemming ervoor hebben gekregen. En als er tegen jullie wordt gezegd: "Ga terug!", ga dan terug. Dat is reiner voor jullie. Allah is Al-Wetend over datgeen wat jullie doen.

لَیۡسَ عَلَیۡکُمۡ جُنَاحٌ اَنۡ تَدۡخُلُوۡا بُیُوۡتًا غَیۡرَ مَسۡکُوۡنَۃٍ فِیۡہَا مَتَاعٌ لَّکُمۡ ؕ وَ اللّٰہُ یَعۡلَمُ مَا تُبۡدُوۡنَ وَ مَا تَکۡتُمُوۡنَ ﴿۹۲﴾
Laisa 'alaikoem djoenaahoen ann tadghoeloe boeyoetan ghaira maskoenatien fieeha mataa'oel lakoem; wallaahoe ya'lamoe maa toebdoena wa maa taktoemoen
24:29 Er rust geen enkel schuld op jullie als jullie onbewoonde huizen betreden. Er zijn voorzieningen voor jullie er binnen. En Allah weet wat jullie openlijk doen en wat jullie verbergen.

قُلۡ لِّلۡمُؤۡمِنِیۡنَ یَغُضُّوۡا مِنۡ اَبۡصَارِہِمۡ وَ یَحۡفَظُوۡا فُرُوۡجَہُمۡ ؕ ذٰلِکَ اَزۡکٰی لَہُمۡ ؕ اِنَّ اللّٰہَ خَبِیۡرٌۢ بِمَا یَصۡنَعُوۡنَ ﴿۰۳﴾
Qoel lielmoe' mienieena yaghoeoeddoe mien absaariehiem wa yahfazoe foeroedjahoem; zaalieka azkaa lahoem; iennallaaha ghabieeroem biemaa yasna'oen
24:30 Zeg tegen vrome mannen dat ze hun blik neer moeten slaan en dat ze over hun geslachtsdelen moeten waken. Dat is reiner voor hen. Allah is bewust van datgeen wat ze doen.

وَ قُلۡ لِّلۡمُؤۡمِنٰتِ یَغۡضُضۡنَ مِنۡ اَبۡصَارِہِنَّ وَ یَحۡفَظۡنَ فُرُوۡجَہُنَّ وَ لَا یُبۡدِیۡنَ زِیۡنَتَہُنَّ اِلَّا مَا ظَہَرَ مِنۡہَا وَ لۡیَضۡرِبۡنَ بِخُمُرِہِنَّ عَلٰی جُیُوۡبِہِنَّ ۪ وَ لَا یُبۡدِیۡنَ زِیۡنَتَہُنَّ اِلَّا لِبُعُوۡلَتِہِنَّ اَوۡ اٰبَآئِہِنَّ اَوۡ اٰبَآءِ بُعُوۡلَتِہِنَّ اَوۡ اَبۡنَآئِہِنَّ اَوۡ اَبۡنَآءِ بُعُوۡلَتِہِنَّ اَوۡ اِخۡوَانِہِنَّ اَوۡ بَنِیۡۤ اِخۡوَانِہِنَّ اَوۡ بَنِیۡۤ اَخَوٰتِہِنَّ اَوۡ نِسَآئِہِنَّ اَوۡ مَا مَلَکَتۡ اَیۡمَانُہُنَّ اَوِ التّٰبِعِیۡنَ غَیۡرِ اُولِی الۡاِرۡبَۃِ مِنَ الرِّجَالِ اَوِ الطِّفۡلِ الَّذِیۡنَ لَمۡ یَظۡہَرُوۡا عَلٰی عَوۡرٰتِ النِّسَآءِ ۪ وَ لَا یَضۡرِبۡنَ بِاَرۡجُلِہِنَّ لِیُعۡلَمَ مَا یُخۡفِیۡنَ مِنۡ زِیۡنَتِہِنَّ ؕ وَ تُوۡبُوۡۤا اِلَی اللّٰہِ جَمِیۡعًا اَیُّہَ الۡمُؤۡمِنُوۡنَ لَعَلَّکُمۡ تُفۡلِحُوۡنَ ﴿۱۳﴾
Wa qoel lielmoe'mienaatie yaghdoedna mien absaariehienna wa yahfazna foeroedjahoenna wa laa yoebdieena zieenatahoenna iellaa maa zahara mienhaa wala yadriebanna bieghoemoeriehienna 'alaa djoeyoebiehienna wa laa yoebdieena zieenatahoenna iellaa lieboe'oelatiehienna aw aabaaa'ie hienna aw aabaaa'ie boe'oelatie hienna aw abnaaa'iehiennaa aw abnaaa'ie boe'oelatiehiennna aw ieghwaaniehiennna aw banieee ieghwaaniehienna aw baniee aghawaatiehienna aw niesaaa'ie hienna aw maa malakat aimaanoehoenna awiet taabie'ieena ghairie ieliel ierbatie mienar riedjaalie awiet tiefliellazieena lam yazharoe 'alaa 'awraatien niesaaa'ie wala yadriebnna bie ardjoeliehienna lieyoe'lama maa yoeghfieena mien zieenatiehienn; wa toeboeo ielallaahie djammiee'an aiyoehal moe'mienoena la'allakoem toefliehoen
24:31 En zeg tegen de vrome vrouwen dat ze hun blik neer moeten slaan en dat ze over hun geslachtsdelen moeten waken. En dat ze hun schoonheid niet moeten tonen, behalve datgeen wat ervan zichtbaar is (de handen en het gezicht). Laat hen hun hoofdbedekkingen over hun boezems vallen. En laat hen hun schoonheid niet tonen, met uitzondering van hun echtgenoten, hun vaders, hun schoonvaders, hun zonen, de zonen van de echtgenoten, hun broers, de zonen van hun broers of zusters, hun vrouwelijke bedienden, hun slaven, hun mannelijke bedienden die geen seksuele verlangens hebben, of de kinderen die nog geen besef hebben (van geslachtsgemeenschap) van de vrouwelijke 'Aurat'. En laat ze niet stampen met hun voeten, zodat hun verborgen versieringen zichtbaar worden. O vromen! Keer met z'n allen naar Allah toe, zodat jullie de overwinning kunnen behalen!

وَ اَنۡکِحُوا الۡاَیَامٰی مِنۡکُمۡ وَ الصّٰلِحِیۡنَ مِنۡ عِبَادِکُمۡ وَ اِمَآئِکُمۡ ؕ اِنۡ یَّکُوۡنُوۡا فُقَرَآءَ یُغۡنِہِمُ اللّٰہُ مِنۡ فَضۡلِہٖ ؕ وَ اللّٰہُ وَاسِعٌ عَلِیۡمٌ ﴿۲۳﴾
Wa an-kiehoel ayaamaa mien-koem was saaliehieena mien 'iebaadiekoem wa iemaa'iekoem; ieny-yakoenoe foeqaraaa'a yoeghnie hiemoel laahoe mien fadlieh; wal laahoe Waasie'oen 'Alieem
24:32 En huw de vrijgezellen onder jullie. En (huw ook) de rechtvaardige onder jullie mannelijke en vrouwelijke slaven. Als ze arm zijn, (weet dat) Allah hen zal verrijken met Zijn gunsten. Allah is Al-Waasi (de Allesomvattende), Al-Aliem (de Alwetende).

وَ لۡیَسۡتَعۡفِفِ الَّذِیۡنَ لَا یَجِدُوۡنَ نِکَاحًا حَتّٰی یُغۡنِیَہُمُ اللّٰہُ مِنۡ فَضۡلِہٖ ؕ وَ الَّذِیۡنَ یَبۡتَغُوۡنَ الۡکِتٰبَ مِمَّا مَلَکَتۡ اَیۡمَانُکُمۡ فَکَاتِبُوۡہُمۡ اِنۡ عَلِمۡتُمۡ فِیۡہِمۡ خَیۡرًا ٭ۖ وَّ اٰتُوۡہُمۡ مِّنۡ مَّالِ اللّٰہِ الَّذِیۡۤ اٰتٰىکُمۡ ؕ وَ لَا تُکۡرِہُوۡا فَتَیٰتِکُمۡ عَلَی الۡبِغَآءِ اِنۡ اَرَدۡنَ تَحَصُّنًا لِّتَبۡتَغُوۡا عَرَضَ الۡحَیٰوۃِ الدُّنۡیَا ؕ وَ مَنۡ یُّکۡرِہۡہُّنَّ فَاِنَّ اللّٰہَ مِنۡۢ بَعۡدِ اِکۡرَاہِہِنَّ غَفُوۡرٌ رَّحِیۡمٌ ﴿۳۳﴾
Wal yasta'fiefiel lazieena laa yadjiedoena niekaahan hatta yoeghnieyahoemoel laahoe mien fadlieh; wallazieena yabtaghoenal kietaaba miemmaa malakat aimaanoekoem fakaatieboehoem ien 'aliemtoem fieehiem ghairaw wa aatoehoem miemmaaliel laahiel lazieee aataakoem; wa laa toekriehoe fatayaatiekoem 'alal bieghaaa'ie ien aradna tahassoenal lietabtaghoe 'aradal hayaatied doenyaa; wa may yoekriehhoenna fa iennal laaha miem ba'die iekraahiehienna Ghafoeroer Rahieem
24:33 En laat degenen die geen (financiële) middelen vinden om te trouwen, zichzelf in toom houden totdat Allah hen zal verrijken met Zijn gunsten. En degenen (slaven) die een contract van vrijverklaring wensen van de eigenaren, schrijf hen de contract voor als jullie iets goeds in hen vinden. En geef hen van Allah's rijkdom die Hij aan jullie gegeven heeft. En dwing jullie slavinnen niet tot prostitutie als ze wensen te trouwen, jullie zoeken alleen de tijdelijke winst van het wereldse leven. En wie hen dwingt, dan voorzeker weet dat Allah na hun dwang (voor hen) meest Vergevensgezind, meest Barmhartig is. (Notitie: slaven die zich vrij wenste te kopen, wilden een werk contract opstellen zodat ze zich vrij konden kopen.)

وَ لَقَدۡ اَنۡزَلۡنَاۤ اِلَیۡکُمۡ اٰیٰتٍ مُّبَیِّنٰتٍ وَّ مَثَلًا مِّنَ الَّذِیۡنَ خَلَوۡا مِنۡ قَبۡلِکُمۡ وَ مَوۡعِظَۃً لِّلۡمُتَّقِیۡنَ ﴿۴۳﴾
Wa laqad anzalnaaa ielaikoem Aayaatiem moebaiyienaatiew wa masalam miennal lazieena ghalaw mien qabliekoem wa maw'iezatal lielmoettaqieen
24:34 En waarlijk! Wij hebben duidelijke 'Ayahs' (verzen, tekenen) aan jou neergezonden, met voorbeelden (van de gebeurtenissen) van de generaties die voor jou hebben geleefd en een vermaning voor de Moettaqoens (degenen die Allah vrezen, zie 2:2-5).

اَللّٰہُ نُوۡرُ السَّمٰوٰتِ وَ الۡاَرۡضِ ؕ مَثَلُ نُوۡرِہٖ کَمِشۡکٰوۃٍ فِیۡہَا مِصۡبَاحٌ ؕ اَلۡمِصۡبَاحُ فِیۡ زُجَاجَۃٍ ؕ اَلزُّجَاجَۃُ کَاَنَّہَا کَوۡکَبٌ دُرِّیٌّ یُّوۡقَدُ مِنۡ شَجَرَۃٍ مُّبٰرَکَۃٍ زَیۡتُوۡنَۃٍ لَّا شَرۡقِیَّۃٍ وَّ لَا غَرۡبِیَّۃٍ ۙ یَّکَادُ زَیۡتُہَا یُضِیۡٓءُ وَ لَوۡ لَمۡ تَمۡسَسۡہُ نَارٌ ؕ نُوۡرٌ عَلٰی نُوۡرٍ ؕ یَہۡدِی اللّٰہُ لِنُوۡرِہٖ مَنۡ یَّشَآءُ ؕ وَ یَضۡرِبُ اللّٰہُ الۡاَمۡثَالَ لِلنَّاسِ ؕ وَ اللّٰہُ بِکُلِّ شَیۡءٍ عَلِیۡمٌ ﴿۵۳﴾
Allaahoe noeroes samaawaatie wal ard; masaloe noeriehiee kamieshkaatien fieehaa miesbaah; almiesbaahoe fiee zoedjaadjatien azzoedjaadjatoe ka annahaa kawkaboen doerrieyyoey yoeqadoe mien shadjaratiem moebaarakatien zaitoenatiel laa sharieqieyyatiew wa laa gharbieyyatiey yakaadoe zaitoehaa yoedieee'oe wa law lam tamsashoe naar; noeroen 'alaa noer; yahdiel laahoe lienoeriehiee may yashaaa'; wa yadrieboel laahoel amsaala liennaas; wallaahoe biekoellie shai'ien Alieem
24:35 Allah is de 'Noer' (het licht) van de hemelen en de aarde. Een voorbeeld van Zijn licht is als een 'Mishkaat' (nis/uitsparing in de muur) met een lamp erin. (Het vuur van) De lamp bevindt zich in een glas. Het glas schijnt net als een planeet dat schittert (door reflectie van het licht). Het (vuur) brandt van een gezegende olijf boom, die niet van het oosten of westen komt. Het is alsof de olie ervan brandt, zelfs als het nog niet door de vuur is aangeraakt (spontane ontbranding). Licht op licht. Allah leidt naar Zijn licht wie Hij wil. Allah geeft vergelijkingen voor de mensen (,zodat ze het kunnen begrijpen). Allah is Al-Wetend over alles. (Notitie: Licht is de bron van leven. Het licht schijnt vanaf een bron en de rest absorbeert en reflecteert het licht. De essentie van het leven is het verrichten van goede daden, zoals vermeldt in 67:2. Goede daden zijn niets anders dan de "reflectie" van de gunsten van Allah die Hij heeft gegeven aan ieder mens, zie 2:3. Om goede daden en liefdadigheid te kunnen doen, dus het licht van Allah te reflecteren, heb je Taqwa nodig. Taqwa is de constante bewustzijn van de aanwezigheid van Allah, Zijn Barmhartigheid, de beloning en de straf, kortom godsvreesheid. Zie bijvoorbeeld 3:14-15. Het is Allah's licht (Taqwa), die in de harten van de gelovigen brandt. Het schijnt (uitgeven, goed doen, je naasten helpen) zelfs als er geen aanleiding ervoor is (het vuur heeft de olie nog niet aangeraakt). Door de leiding, de Koran (de olie van een gezegende boom), krijgen mensen Taqwa. Allah brengt de mensen van het donker naar het licht, zodat ze kunnen schitteren, dus uitgeven en goede daden kunnen verrichten.)

فِیۡ بُیُوۡتٍ اَذِنَ اللّٰہُ اَنۡ تُرۡفَعَ وَ یُذۡکَرَ فِیۡہَا اسۡمُہٗ ۙ یُسَبِّحُ لَہٗ فِیۡہَا بِالۡغُدُوِّ وَ الۡاٰصَالِ ﴿۶۳﴾
Fiee boeyoetien azienal laahoe an toerfa'a wa yoezkara fieehasmoehoe yoesabbiehoe lahoe fieehaa bielghoedoewwie wal aasaal
24:36 (Dergelijke licht is te vinden) In moskeeën waar Allah bevolen heeft om Zijn naam daarin te verheven en te gedenken. Ze prijzen\verheerlijken Hem in de ochtend en in de avond.

رِجَالٌ ۙ لَّا تُلۡہِیۡہِمۡ تِجَارَۃٌ وَّ لَا بَیۡعٌ عَنۡ ذِکۡرِ اللّٰہِ وَ اِقَامِ الصَّلٰوۃِ وَ اِیۡتَآءِ الزَّکٰوۃِ ۪ۙ یَخَافُوۡنَ یَوۡمًا تَتَقَلَّبُ فِیۡہِ الۡقُلُوۡبُ وَ الۡاَبۡصَارُ ﴿۷۳﴾
Riedjaaloel laa toelhieehiem tiedjaaratoew wa laa bai'oen 'an ziekriel laahie wa ieqaamies Salaatie wa ieetaaa'iez Zakaatie yaghaafoena Yawman tataqallaboe fieehiel qoeloeboe wal absaar
24:37 (Door) Mannen die noch door het handelen, noch door het verkopen, worden afgeleid van het gedenken van Allah, of van het onderhouden van de 'salaat' (het gebed) of van het geven van de zakaat (arme belasting). Ze vrezen een dag (dag des oordeels) waarop de harten en de ogen hevig zullen schudden\doordraaien.

لِیَجۡزِیَہُمُ اللّٰہُ اَحۡسَنَ مَا عَمِلُوۡا وَ یَزِیۡدَہُمۡ مِّنۡ فَضۡلِہٖ ؕ وَ اللّٰہُ یَرۡزُقُ مَنۡ یَّشَآءُ بِغَیۡرِ حِسَابٍ ﴿۸۳﴾
Lieyadjzieyahoemoel laahoe ahsana maa 'amieloe wa yazieedahoem mien fadlieh; wal laahoe yarzoeqoe may yashaaa'oe bieghairie hiesaab
24:38 Zodat Allah hen zal belonen met het beste voor datgeen wat ze hebben gedaan en hen geeft van Zijn Gunsten. En Allah verschaft (van Zijn gunsten) aan wie Hij wil zonder enige afrekening.

وَ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡۤا اَعۡمَالُہُمۡ کَسَرَابٍۭ بِقِیۡعَۃٍ یَّحۡسَبُہُ الظَّمۡاٰنُ مَآءً ؕ حَتّٰۤی اِذَا جَآءَہٗ لَمۡ یَجِدۡہُ شَیۡئًا وَّ وَجَدَ اللّٰہَ عِنۡدَہٗ فَوَفّٰىہُ حِسَابَہٗ ؕ وَ اللّٰہُ سَرِیۡعُ الۡحِسَابِ ﴿۹۳﴾
Wallazieena kafaroeo a'maaloehoem kasaraabiem bieqiee'atiey yahsaboehoez zamaanoe maaa'an hattaaa iezaa djaaa'ahoe lam yadjied hoe shai'aw wa wadjadal laaha 'iendahoe fa waffaahoe hiesaabah; wallaahoe sariee'oel hiesaab
24:39 Maar de daden van de ongelovigen zijn als een fata morgana (luchtspiegeling) in een woestijn. De dorstige denkt dat het (hun daden) water is, totdat hij er arriveert (op de dag des oordeels) en ontdekt dat het niets is en dan zal hij Allah voor zich vinden. Hij (Allah) zal hem de verschuldigde loon volledig uitbetalen. Allah is snel in de afrekening. (Notitie: de daden van de ongelovigen zijn vruchteloos, zie ook 2:264.)

اَوۡ کَظُلُمٰتٍ فِیۡ بَحۡرٍ لُّجِّیٍّ یَّغۡشٰہُ مَوۡجٌ مِّنۡ فَوۡقِہٖ مَوۡجٌ مِّنۡ فَوۡقِہٖ سَحَابٌ ؕ ظُلُمٰتٌۢ بَعۡضُہَا فَوۡقَ بَعۡضٍ ؕ اِذَاۤ اَخۡرَجَ یَدَہٗ لَمۡ یَکَدۡ یَرٰىہَا ؕ وَ مَنۡ لَّمۡ یَجۡعَلِ اللّٰہُ لَہٗ نُوۡرًا فَمَا لَہٗ مِنۡ نُّوۡرٍ ﴿۰۴﴾
Aw kazoeloemaatien fiee bahriel loedjdjieyyiey yaghshaahoe mawdjoen mien fawqiehiee mawdjoen mien fawqiehiee sahaab; zoeloematoen ba'doehaa fawqa ba'dien iezaaa aghradja yadahoe lam yakad yaraahaa wa man lam yadj'aliel laahoe lahoe noeran famaa lahoe mien noer
24:40 Of (de vergelijking van de ongelovigen) is net als de duisternis in een diepe zee, bedekt door lagen golven met daarboven donkere wolken, (het is) duisternis op duisternis. Wanneer hij zijn hand uitsteekt, dan kan hij het nauwelijks zien. En voor wie Allah geen licht voor hem heeft gemaakt, dan is er geen enkel licht voor hem. (Notitie: Als Allah iemand geen leiding (licht) heeft dan is er geen referentie voor hem wat goede daden zijn.)

اَلَمۡ تَرَ اَنَّ اللّٰہَ یُسَبِّحُ لَہٗ مَنۡ فِی السَّمٰوٰتِ وَ الۡاَرۡضِ وَ الطَّیۡرُ صٰٓفّٰتٍ ؕ کُلٌّ قَدۡ عَلِمَ صَلَاتَہٗ وَ تَسۡبِیۡحَہٗ ؕ وَ اللّٰہُ عَلِیۡمٌۢ بِمَا یَفۡعَلُوۡنَ ﴿۱۴﴾
Alam tara annal laaha yoesabbiehoe lahoe man fiessamaawaatie wal ardie wat tairoe saaaffaatiem koelloen qad 'aliema Salaatahoe wa tasbieehah; wallaahoe 'alieemoem biemaa yaf'aloen
24:41 Zie je niet dat Allah geprezen wordt door alles in de hemelen en op de aarde, zoals de vogels die hun vleugels uitspreiden? Ieder kent zijn gebed en zijn manier van verheerlijken. Allah is Al-wetend over datgeen wat ze doen.

وَ لِلّٰہِ مُلۡکُ السَّمٰوٰتِ وَ الۡاَرۡضِ ۚ وَ اِلَی اللّٰہِ الۡمَصِیۡرُ ﴿۲۴﴾
Wa liellaahie moelkoes samaawaatie wal ardie wa ielal laahiel masieer
24:42 Aan Allah behoort het koninkrijk van de hemelen en de aarde. En tot Allah is de (eind)bestemming.

اَلَمۡ تَرَ اَنَّ اللّٰہَ یُزۡجِیۡ سَحَابًا ثُمَّ یُؤَلِّفُ بَیۡنَہٗ ثُمَّ یَجۡعَلُہٗ رُکَامًا فَتَرَی الۡوَدۡقَ یَخۡرُجُ مِنۡ خِلٰلِہٖ ۚ وَ یُنَزِّلُ مِنَ السَّمَآءِ مِنۡ جِبَالٍ فِیۡہَا مِنۡۢ بَرَدٍ فَیُصِیۡبُ بِہٖ مَنۡ یَّشَآءُ وَ یَصۡرِفُہٗ عَنۡ مَّنۡ یَّشَآءُ ؕ یَکَادُ سَنَا بَرۡقِہٖ یَذۡہَبُ بِالۡاَبۡصَارِ ﴿۳۴﴾
Alam tara annal laaha yoezdjiee sahaaban soemma yoe'alliefoe bainahoe soemma yadj'aloehoe roekaaman fataral wadqa yaghroedjoe mien ghielaaliehiee wa yoenazzieloe mienas samaaa'ie mien djiebaalien fieehaa miem baradien fa yoesieeboe biehiee may yashaaa'oe wa yasriefoehoe 'am may yashaaa'oe yakkaadoe sanaa barqiehiee yazhaboe biel absaar
24:43 Zie je niet dat Allah de wolken voortdrijft, vervolgens ze samenvoegt, en daarna hen tot een grote massa (wolk) maakt? Vervolgens, zie je de regen vanuit de kern voortkomen. En Hij zendt vanuit de hemel hagel uit (wolken zo groot als) bergen, neer. Hij laat het raken op wie Hij wil of laat het afwenden van wie Hij wil. Bijna ontneemt de bliksemflits het zicht.

یُقَلِّبُ اللّٰہُ الَّیۡلَ وَ النَّہَارَ ؕ اِنَّ فِیۡ ذٰلِکَ لَعِبۡرَۃً لِّاُولِی الۡاَبۡصَارِ ﴿۴۴﴾
Yoeqallieboel laahoel laila wannahaar; ienna fiee zaalieka la'iebratal lie oeliel absaar
24:44 Allah wisselt de dag en de nacht. Voorzeker, dat is zeker een les voor degenen met inzicht.

وَ اللّٰہُ خَلَقَ کُلَّ دَآبَّۃٍ مِّنۡ مَّآءٍ ۚ فَمِنۡہُمۡ مَّنۡ یَّمۡشِیۡ عَلٰی بَطۡنِہٖ ۚ وَ مِنۡہُمۡ مَّنۡ یَّمۡشِیۡ عَلٰی رِجۡلَیۡنِ ۚ وَ مِنۡہُمۡ مَّنۡ یَّمۡشِیۡ عَلٰۤی اَرۡبَعٍ ؕ یَخۡلُقُ اللّٰہُ مَا یَشَآءُ ؕ اِنَّ اللّٰہَ عَلٰی کُلِّ شَیۡءٍ قَدِیۡرٌ ﴿۵۴﴾
Wallaahoe ghalaqa koella daaabbatiem miem maaa'ien famienhoem may yamshiee 'alaa batniehiee wa mienhoem may yamshiee 'alaa riedjlaine wa mienhoem may yamshiee 'alaaa arba'; yaghloeqoel laahoe maa yashaaa'; iennal laaha 'alaa koellie shai'ien Qadieer
24:45 En Allah schiep ieder bewegend schepsel uit water. Onder hen zijn er die zich voortbewegen op zijn buik, op twee benen\poten of op vier (poten). Allah creëert wat Hij wil. Voorzeker, Allah is over alles Al-Qadier (Degene Die in staat om alles te kunnen doen).

لَقَدۡ اَنۡزَلۡنَاۤ اٰیٰتٍ مُّبَیِّنٰتٍ ؕ وَ اللّٰہُ یَہۡدِیۡ مَنۡ یَّشَآءُ اِلٰی صِرَاطٍ مُّسۡتَقِیۡمٍ ﴿۶۴﴾
Laqad anzalnaaa Aayaatiem moebaiyienaat; wallaahoe yahdiee may yashaaa'oe ielaa Sieraatiem Moestaqieem
24:46 Waarlijk, Wij hebben duidelijke Verzen neergezonden en Allah leidt wie Hij wil naar het rechte pad.

وَ یَقُوۡلُوۡنَ اٰمَنَّا بِاللّٰہِ وَ بِالرَّسُوۡلِ وَ اَطَعۡنَا ثُمَّ یَتَوَلّٰی فَرِیۡقٌ مِّنۡہُمۡ مِّنۡۢ بَعۡدِ ذٰلِکَ ؕ وَ مَاۤ اُولٰٓئِکَ بِالۡمُؤۡمِنِیۡنَ ﴿۷۴﴾
Wa yaqoeloena aamannaa biellaahie wa bier Rasoelie wa ata'naa soemma yatawallaa farieeqoem mienhoem miem ba'die zaaliek; wa maaa oelaaa'ieka bielmoe'mienieen
24:47 Ze zeggen (de hypocrieten): "Wij geloven in Allah en in de boodschapper en wij gehoorzamen." Vervolgens, keert een groep zich daarna af, zij zijn geen gelovigen.

وَ اِذَا دُعُوۡۤا اِلَی اللّٰہِ وَ رَسُوۡلِہٖ لِیَحۡکُمَ بَیۡنَہُمۡ اِذَا فَرِیۡقٌ مِّنۡہُمۡ مُّعۡرِضُوۡنَ ﴿۸۴﴾
Wa iezaa doe'oeo ielal laahie wa Rasoeliehiee lie yahkoema bainahoem iezaa farieeqoem mienhoem moe'riedoen
24:48 Wanneer ze tot Allah en Zijn boodschapper opgeroepen worden met betrekking tot het oordelen, aanschouw, een deel van hen keert zich af (om zich te laten oordelen volgens Allah's wetten).

وَ اِنۡ یَّکُنۡ لَّہُمُ الۡحَقُّ یَاۡتُوۡۤا اِلَیۡہِ مُذۡعِنِیۡنَ ﴿۹۴﴾
Wa ieny-yakoel lahoemoel haqqoe yaatoeo ielaihie moez'ienieen
24:49 Maar als de waarheid aan hun zijde is, komen ze in gehoorzaamheid naar hem (Mohammed v.z.m.h.) toe (om zich te laten oordelen).

اَفِیۡ قُلُوۡبِہِمۡ مَّرَضٌ اَمِ ارۡتَابُوۡۤا اَمۡ یَخَافُوۡنَ اَنۡ یَّحِیۡفَ اللّٰہُ عَلَیۡہِمۡ وَ رَسُوۡلُہٗ ؕ بَلۡ اُولٰٓئِکَ ہُمُ الظّٰلِمُوۡنَ ﴿۰۵﴾
Afiee qoeloebiehiem maradoen amiertaaboeo am yaghaafoena ay yahieefallaahoe 'alaihiem wa Rasoeloeh; bal oelaaa'ieka hoemoez zaaliemoen
24:50 Is er een ziekte in hun harten of hebben ze twijfels of zijn ze bang dat Allah onrechtvaardig zal zijn tegen hen en Zijn boodschapper? Nee! Zij zijn de onrechtvaardigen.

اِنَّمَا کَانَ قَوۡلَ الۡمُؤۡمِنِیۡنَ اِذَا دُعُوۡۤا اِلَی اللّٰہِ وَ رَسُوۡلِہٖ لِیَحۡکُمَ بَیۡنَہُمۡ اَنۡ یَّقُوۡلُوۡا سَمِعۡنَا وَ اَطَعۡنَا ؕ وَ اُولٰٓئِکَ ہُمُ الۡمُفۡلِحُوۡنَ ﴿۱۵﴾
Innamaa kaana qawlal moe'mienieena iezaa doe'oeo ielal laahie wa Rasoeliehiee lie yahkoema bainahoem ay yaqoeloe samie'naa wa ata'naa; wa oelaaa'ieka hoemoel moefliehoen
24:51 Wanneer de gelovigen tot Allah en Zijn boodschapper opgeroepen worden met betrekking tot het oordelen, zeggen ze alleen: "Wij horen en wij gehoorzamen." Zij zijn degenen die groeien in succes.

وَ مَنۡ یُّطِعِ اللّٰہَ وَ رَسُوۡلَہٗ وَ یَخۡشَ اللّٰہَ وَ یَتَّقۡہِ فَاُولٰٓئِکَ ہُمُ الۡفَآئِزُوۡنَ ﴿۲۵﴾
Wa may yoetie'iel laaha wa Rasoelahoe wa yaghshal laaha wa yattaqhie fa oelaaa'ieka hoemoel faaa'iezoen
24:52 En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, en Allah vreest en bewust is van Hem (Taqwa), zij zijn de overwinnaars (m.b.t. het paradijs).

وَ اَقۡسَمُوۡا بِاللّٰہِ جَہۡدَ اَیۡمَانِہِمۡ لَئِنۡ اَمَرۡتَہُمۡ لَیَخۡرُجُنَّ ؕ قُلۡ لَّا تُقۡسِمُوۡا ۚ طَاعَۃٌ مَّعۡرُوۡفَۃٌ ؕ اِنَّ اللّٰہَ خَبِیۡرٌۢ بِمَا تَعۡمَلُوۡنَ ﴿۳۵﴾
Wa aqsamoe biellaahie djahda aimaaniehiem la'ien amartahoem la yaghroedjoenna qoel laa toeqsiemoe taa'atoem ma'roefah iennal laaha ghabieeroem biemaa ta'maloen
24:53 Zij (de hypocrieten) zweren bij Allah met hun sterkste beloftes, dat als jij (Mohammed v.z.m.h.) hen beveelt, dan zullen ze zeker (ten strijde) gaan. Zeg:"Zweer niet! De (valse) gehoorzaamheid is bekend! voorzeker, Allah is op de hoogte over alles wat jullie doen." (Notitie: zie 3:167 m.b.t de ongeloof van de hypocrieten. De hypocrieten zweren met sterkste beloftes om mensen te misleiden zie 63:2)

قُلۡ اَطِیۡعُوا اللّٰہَ وَ اَطِیۡعُوا الرَّسُوۡلَ ۚ فَاِنۡ تَوَلَّوۡا فَاِنَّمَا عَلَیۡہِ مَا حُمِّلَ وَ عَلَیۡکُمۡ مَّا حُمِّلۡتُمۡ ؕ وَ اِنۡ تُطِیۡعُوۡہُ تَہۡتَدُوۡا ؕ وَ مَا عَلَی الرَّسُوۡلِ اِلَّا الۡبَلٰغُ الۡمُبِیۡنُ ﴿۴۵﴾
Qoel atiee'oel laaha wa atiee'oer Rasoela fa ien tawallaw fa iennamaa 'alaihie maa hoemmiela wa 'alaikoem maa hoemmieltoem wa ien toetiee'oehoe tahtadoe; wa maa'alar Rasoelie iellal balaaghoel moebieen
24:54 Zeg: "Gehoorzaam Allah en gehoorzaam de boodschapper. Maar indien jullie je afkeren, dan rust op hem alleen datgeen waarmee hij is belast en op jullie rust datgeen waarmee jullie zijn belast. Indien jullie hem gehoorzamen, dan zullen jullie worden geleid. Op de boodschapper rust alleen het duidelijk verkondigen (van de boodschap).

وَعَدَ اللّٰہُ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا مِنۡکُمۡ وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ لَیَسۡتَخۡلِفَنَّہُمۡ فِی الۡاَرۡضِ کَمَا اسۡتَخۡلَفَ الَّذِیۡنَ مِنۡ قَبۡلِہِمۡ ۪ وَ لَیُمَکِّنَنَّ لَہُمۡ دِیۡنَہُمُ الَّذِی ارۡتَضٰی لَہُمۡ وَ لَیُبَدِّلَنَّہُمۡ مِّنۡۢ بَعۡدِ خَوۡفِہِمۡ اَمۡنًا ؕ یَعۡبُدُوۡنَنِیۡ لَا یُشۡرِکُوۡنَ بِیۡ شَیۡئًا ؕ وَ مَنۡ کَفَرَ بَعۡدَ ذٰلِکَ فَاُولٰٓئِکَ ہُمُ الۡفٰسِقُوۡنَ ﴿۵۵﴾
Wa'adal laahoel lazieena aamanoe mien-koem wa 'amieloes saaliehaatie la yastaghliefan nahoem fiel ardie kamastagh lafal lazieena mien qabliehiem wa la yoemakkienanna lahoem dieenahoemoel lazier tadaa lahoem wa la yoebaddielannahoem miem ba'die ghawfiehiem amnaa; ya'boedoenaniee laayoeshriekoena biee shai'aa; wa man kafara ba'da zaalieka fa oelaaa'ieka hoemoel faasieqoen
24:55 En Allah heeft de gelovigen, die goede daden doen, belooft dat Hij hen zeker op aarde de overhand/overheering zal schenken, zoals Hij het aan degenen vóór hen heeft verleend. Zodat Hij voor hen hun 'Dien' (levenswijze/geloof), welke Hij hen toegewezen heeft, zal vestigen. En Hij zal hun angst in veiligheid veranderen, dit omdat ze Mij aanbidden en geen enkel deelgenoot aan Mij toekennen. Maar wie daarna niet gelooft, dan zijn dat degenen die provocerend ongehoorzaam zijn.

وَ اَقِیۡمُوا الصَّلٰوۃَ وَ اٰتُوا الزَّکٰوۃَ وَ اَطِیۡعُوا الرَّسُوۡلَ لَعَلَّکُمۡ تُرۡحَمُوۡنَ ﴿۶۵﴾
Wa aqieemoes Salaata wa aatoez Zakaata wa atiee'oer Rasoela la'allakoem toerhamoen
24:56 En onderhoud de 'Salaat' (het gebed) en geef de zakaat (de arme belasting) en gehoorzaam de boodschapper zodat jullie de barmhartigheid kunnen krijgen.

لَا تَحۡسَبَنَّ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا مُعۡجِزِیۡنَ فِی الۡاَرۡضِ ۚ وَ مَاۡوٰىہُمُ النَّارُ ؕ وَ لَبِئۡسَ الۡمَصِیۡرُ ﴿۷۵﴾
Laa tahsabannal lazieena kafaroe moe'djiezieena fiel ard; wa maawaahoemoen Naaroe wa labie'sal masieer
24:57 Denk niet dat de ongelovigen kunnen vluchten op de aarde. Hun verblijfplaats zal het vuur zijn. Ellendig is de bestemming!

یٰۤاَیُّہَا الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا لِیَسۡتَاۡذِنۡکُمُ الَّذِیۡنَ مَلَکَتۡ اَیۡمَانُکُمۡ وَ الَّذِیۡنَ لَمۡ یَبۡلُغُوا الۡحُلُمَ مِنۡکُمۡ ثَلٰثَ مَرّٰتٍ ؕ مِنۡ قَبۡلِ صَلٰوۃِ الۡفَجۡرِ وَ حِیۡنَ تَضَعُوۡنَ ثِیَابَکُمۡ مِّنَ الظَّہِیۡرَۃِ وَ مِنۡۢ بَعۡدِ صَلٰوۃِ الۡعِشَآءِ ۟ؕ ثَلٰثُ عَوۡرٰتٍ لَّکُمۡ ؕ لَیۡسَ عَلَیۡکُمۡ وَ لَا عَلَیۡہِمۡ جُنَاحٌۢ بَعۡدَہُنَّ ؕ طَوّٰفُوۡنَ عَلَیۡکُمۡ بَعۡضُکُمۡ عَلٰی بَعۡضٍ ؕ کَذٰلِکَ یُبَیِّنُ اللّٰہُ لَکُمُ الۡاٰیٰتِ ؕ وَ اللّٰہُ عَلِیۡمٌ حَکِیۡمٌ ﴿۸۵﴾
Yaaa aiyoehal lazieena aamanoe lie yasta'zien-koemoel lazieena malakat aimaanoekoem wallazieena lam yabloeghoel hoeloema mien-koem salaasa marraat; mien qablie Salaatiel Fadjrie wa hieena tada'oena sieyaa bakoem mienaz zahieeratie wa mien ba'die Salaatiel Ishaaa'; salaasoe 'awraatiel lakoem; laisa 'alaikoem wa laa 'alaihiem djoenaahoen ba'dahoenn; tawwaafoena 'alaikoem ba'doekoem 'alaa ba'd; kazaalieka yoebaiyienoel laahoe lakoemoel aayaat; wallahoe 'Alieemoen Hakieem
24:58 O gelovigen! Laten de slaven die jullie bezitten en de kinderen die nog geen puberteit bereikt hebben, jullie om toestemming vragen (voor het binnetreden bij jullie) tijdens drie tijden, voor het ochtend gebed (Fadjr Salaat), tijdens de middag (rust) als jullie je kleren ontdoen en na het avond gebed (Isha Salaat). Dat zijn drie privé momenten voor jullie. Buiten deze tijden rust er geen schuld op jullie noch op hen als ze met jullie omgaan (zonder toestemming te vragen). Allah maakt de verzen voor jullie duidelijk. Allah is Al-Aliem (Al-wetend), Al-Hakiem (de Alwijze).

وَ اِذَا بَلَغَ الۡاَطۡفَالُ مِنۡکُمُ الۡحُلُمَ فَلۡیَسۡتَاۡذِنُوۡا کَمَا اسۡتَاۡذَنَ الَّذِیۡنَ مِنۡ قَبۡلِہِمۡ ؕ کَذٰلِکَ یُبَیِّنُ اللّٰہُ لَکُمۡ اٰیٰتِہٖ ؕ وَ اللّٰہُ عَلِیۡمٌ حَکِیۡمٌ ﴿۹۵﴾
Wa iezaa balaghal atfaaloe mien-koemoel hoeloema fal yasta'zienoe kamas ta'zanal lazieena mien qabliehiem; kazaalieka yoebaiyienoel laahoe lakoem Aayaatieh; wallaahoe 'Alieemoen Hakieem
24:59 En wanneer de kinderen de puberteit bereiken, laat hen (altijd om) toestemming vragen, zoals de oude generaties om toestemming vroegen. Allah maakt dus Zijn verzen voor jullie duidelijk. Allah is Al-Aliem (Al-wetend), Al-Hakiem (de Alwijze).

وَ الۡقَوَاعِدُ مِنَ النِّسَآءِ الّٰتِیۡ لَا یَرۡجُوۡنَ نِکَاحًا فَلَیۡسَ عَلَیۡہِنَّ جُنَاحٌ اَنۡ یَّضَعۡنَ ثِیَابَہُنَّ غَیۡرَ مُتَبَرِّجٰتٍۭ بِزِیۡنَۃٍ ؕ وَ اَنۡ یَّسۡتَعۡفِفۡنَ خَیۡرٌ لَّہُنَّ ؕ وَ اللّٰہُ سَمِیۡعٌ عَلِیۡمٌ ﴿۰۶﴾
Walqawaa'iedoe mienan niesaaa'iel laatiee laa yardjoena niekaahan fa laisa 'alaihienna djoenaahoen ay yada'na sieyaabahoenna ghaira moetabarriedjaatien bie zieenah; wa ay yasta'fief na ghairoel lahoenn; wallaahoe Samiee'oen 'Alieem
24:60 Er rust geen schuld op vrouwen, die de menopauze hebben gehad en die geen verlangens hebben om te trouwen, als ze hun kledingstukken uittrekken, zonder dat ze hun versiering tonen. Maar het is beter voor hen als ze dat niet doen. Allah is As-Samie (de Alhorende), Al-Aliem (de Alwetende).

لَیۡسَ عَلَی الۡاَعۡمٰی حَرَجٌ وَّ لَا عَلَی الۡاَعۡرَجِ حَرَجٌ وَّ لَا عَلَی الۡمَرِیۡضِ حَرَجٌ وَّ لَا عَلٰۤی اَنۡفُسِکُمۡ اَنۡ تَاۡکُلُوۡا مِنۡۢ بُیُوۡتِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ اٰبَآئِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ اُمَّہٰتِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ اِخۡوَانِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ اَخَوٰتِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ اَعۡمَامِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ عَمّٰتِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ اَخۡوَالِکُمۡ اَوۡ بُیُوۡتِ خٰلٰتِکُمۡ اَوۡ مَا مَلَکۡتُمۡ مَّفَاتِحَہٗۤ اَوۡ صَدِیۡقِکُمۡ ؕ لَیۡسَ عَلَیۡکُمۡ جُنَاحٌ اَنۡ تَاۡکُلُوۡا جَمِیۡعًا اَوۡ اَشۡتَاتًا ؕ فَاِذَا دَخَلۡتُمۡ بُیُوۡتًا فَسَلِّمُوۡا عَلٰۤی اَنۡفُسِکُمۡ تَحِیَّۃً مِّنۡ عِنۡدِ اللّٰہِ مُبٰرَکَۃً طَیِّبَۃً ؕ کَذٰلِکَ یُبَیِّنُ اللّٰہُ لَکُمُ الۡاٰیٰتِ لَعَلَّکُمۡ تَعۡقِلُوۡنَ ﴿۱۶﴾
Laisa 'alal a'maa haradjoew wa laa 'alal a'radjie haradjoew wa laa 'alal marieedie haradjoen wa laa 'alaa anfoesiekoem 'an ta'koeloe mien boeyoetiekoem aw boeyoetie aabaaa'iekoem aw boeyoetie oemmahaatiekoem aw boeyoetie ieghwaaniekoem aw boeyoetie aghawaatiekoem aw boeyoetie a'maamiekoem aw boeyoetie 'ammaatiekoem aw boeyoetie aghwaaliekoem aw boeyoetie ghaalaatiekoem aw maa malaktoem mafaatiehahoeo aw sadieeqiekoem; laisa 'alaikoem djoenaahoen 'an ta'koeloe djamiee'an aw ashtaata; fa iezaa daghaltoem boeyoetan fa salliemoe 'alaaa anfoesiekoem tahieyyatan mien 'iendiel laahie moebaarakatan taiyiebah; kazaalieka yoebay yienoel laahoe lakoemoel Aayaatie la'allakoem ta'qieloen
24:61 Er rust geen schuld op de blinde, de lichamelijk gehandicapte, de zieke en op jullie zelf, als jullie eten in jullie eigen huizen, of die van jullie vaders of van jullie moeders, of van jullie broers of zussen, of van jullie ooms of tantes, of in huizen waarvan jullie de sleutels bezitten of (in de huizen) van jullie vrienden. Er rust geen schuld op jullie als jullie samen eten of alleen. Echter, wanneer jullie huizen binnentreden, geef jullie dan vredig over ("Saliemoe") als een groet van Allah, wat gezegend en goed is. Allah maakt de 'Ayahs' (verzen\tekenen) duidelijk zodat jullie kunnen begrijpen. (Notitie: het vredig overgeven is dat je de bewoners geen onrecht aandoet, zie 24:27 en de vredesgroet uitbrengen zie 6:54.)

اِنَّمَا الۡمُؤۡمِنُوۡنَ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا بِاللّٰہِ وَ رَسُوۡلِہٖ وَ اِذَا کَانُوۡا مَعَہٗ عَلٰۤی اَمۡرٍ جَامِعٍ لَّمۡ یَذۡہَبُوۡا حَتّٰی یَسۡتَاۡذِنُوۡہُ ؕ اِنَّ الَّذِیۡنَ یَسۡتَاۡذِنُوۡنَکَ اُولٰٓئِکَ الَّذِیۡنَ یُؤۡمِنُوۡنَ بِاللّٰہِ وَ رَسُوۡلِہٖ ۚ فَاِذَا اسۡتَاۡذَنُوۡکَ لِبَعۡضِ شَاۡنِہِمۡ فَاۡذَنۡ لِّمَنۡ شِئۡتَ مِنۡہُمۡ وَ اسۡتَغۡفِرۡ لَہُمُ اللّٰہَ ؕ اِنَّ اللّٰہَ غَفُوۡرٌ رَّحِیۡمٌ ﴿۲۶﴾
Innamal moe'mienoenal lazieena aamanoe biellaahie wa Rasoeliehiee wa iezaa kaanoe ma'ahoe 'alaaa amrien djaamie'iel lam yazhaboe hattaa yasta'zienoeh; iennal lazieena yasta'zienoenaka oelaaa'iekal lazieena yoe'mienoena biellaahie wa Rasoelieh; fa iezas ta'zanoeka lie ba'die sha'niehiem fa'zal lieman shie'ta mienhoem wastaghfier lahoemoel laah; iennal laaha Ghafoeroer Rahieem
24:62 De gelovigen zijn alleen degenen die in Allah en Zijn boodschapper (Mohammed v.z.m.h.) geloven. En wanneer ze met hem zijn, voor een kwestie of om iets gezamenlijk te doen, gaan ze alleen weg nadat ze om zijn toestemming hebben gevraagd. Voorzeker, degenen die om toestemming vragen, geloven in Allah en Zijn boodschapper. Wanneer ze dus om toestemming vragen (om te vertrekken) vanwege een bepaalde reden, geef dan toestemming aan wie je wil. En vraag Allah vergiffenis voor hen. Voorzeker, Allah is Gafoer (de meest Vergevensgezinde), Rahiem (zeer Barmhartig naar gelovigen toe).

لَا تَجۡعَلُوۡا دُعَآءَ الرَّسُوۡلِ بَیۡنَکُمۡ کَدُعَآءِ بَعۡضِکُمۡ بَعۡضًا ؕ قَدۡ یَعۡلَمُ اللّٰہُ الَّذِیۡنَ یَتَسَلَّلُوۡنَ مِنۡکُمۡ لِوَاذًا ۚ فَلۡیَحۡذَرِ الَّذِیۡنَ یُخَالِفُوۡنَ عَنۡ اَمۡرِہٖۤ اَنۡ تُصِیۡبَہُمۡ فِتۡنَۃٌ اَوۡ یُصِیۡبَہُمۡ عَذَابٌ اَلِیۡمٌ ﴿۳۶﴾
Laa tadj'aloe doe'aaa'ar Rasoelie bainakoem ka doe'aaa'ie ba'diekoem ba'daa; qad ya'lamoel laahoel lazieena yatasallaloena mien-koem liewaazaa; fal yahzariel lazieena yoeghaaliefoena 'an amriehieee 'an toesieebahoem fietnatoen aw yoesieebahoem 'azaaboen alieem
24:63 Maak het aanroepen van de boodschapper niet zoals sommige van jullie andere aanroepen. Waarlijk, Allah kent degenen van jullie die stilletjes wegsluipen (zonder toestemming). Laat dus degenen die zich verzetten tegen zijn bevelen op zijn hoede zijn voor een beproeving of een pijnlijke straf.

اَلَاۤ اِنَّ لِلّٰہِ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ الۡاَرۡضِ ؕ قَدۡ یَعۡلَمُ مَاۤ اَنۡتُمۡ عَلَیۡہِ ؕ وَ یَوۡمَ یُرۡجَعُوۡنَ اِلَیۡہِ فَیُنَبِّئُہُمۡ بِمَا عَمِلُوۡا ؕ وَ اللّٰہُ بِکُلِّ شَیۡءٍ عَلِیۡمٌ ﴿۴۶﴾
'Alaaa ienna liellaahie maa fies samaawaatie wal ardie qad ya'lamoe maaa antoem 'alaihie wa Yawma yoerdja'oena ielaihie fa yoenabbie'oehoem biemaa 'amieloe; wallaahoe biekoellie shai'ien 'Alieem
24:64 Zonder twijfel! Aan Allah behoort alles wat er in de hemelen en op de aarde is. Waarlijk, Hij kent jullie toestand en de dag waarop ze naar Hem terug keren. Vervolgens, zal Hij hen informeren over wat ze deden. Allah is over alles Alwetend.


www.heiligekoran.nl