قُلۡ اَعُوۡذُ بِرَبِّ الۡفَلَقِ ۙ﴿۱﴾
Qoel a'oezoe bie rabbiel-falaq
113:1 Zeg: "Ik zoek mijn bescherming bij de Heer, die zorgt voor het aanbreken van de dag,"
مِنۡ شَرِّ مَا خَلَقَ ۙ﴿۲﴾
Mien sharrie maa ghalaq
113:2 "tegen het kwaad dat Hij heeft geschapen,"
وَ مِنۡ شَرِّ غَاسِقٍ اِذَا وَقَبَ ۙ﴿۳﴾
Wa mien sharrie ghaasieqien iezaa waqab
113:3 "tegen het kwaad van de duisternis wanneer deze 's nachts verspreid."
وَ مِنۡ شَرِّ النَّفّٰثٰتِ فِی الۡعُقَدِ ۙ﴿۴﴾
Wa mien sharrien-naffaa-saatie fiel 'oeqad
113:4 "tegen het kwaad van degenen die op knopen blazen." (Notitie: zwarte magie)
وَ مِنۡ شَرِّ حَاسِدٍ اِذَا حَسَدَ ﴿۵﴾
Wa mien sharrie haasiedien iezaa hasad
113:5 "En tegen het kwaad van een jaloers persoon wanneer deze misgunt."