اِذَا جَآءَ نَصۡرُ اللّٰہِ وَ الۡفَتۡحُ ۙ﴿۱﴾
Iza djaaa'a nasroel-laahie walfath
110:1 Wanneer de hulp van Allah en de overwinning komt,
وَ رَاَیۡتَ النَّاسَ یَدۡخُلُوۡنَ فِیۡ دِیۡنِ اللّٰہِ اَفۡوَاجًا ۙ﴿۲﴾
Wa ra-aitan naasa yadghoeloena fiee dieeniel laahie afwadjaa
110:2 en je zit de mensen in grote getallen de "Dien" (levenswijze) van Allah omarmen,
فَسَبِّحۡ بِحَمۡدِ رَبِّکَ وَ اسۡتَغۡفِرۡہُ ؕؔ اِنَّہٗ کَانَ تَوَّابًا ﴿۳﴾
Fasabbieh biehamdie rabbieka wastaghfierh, iennahoe kaana tawwaaba
110:3 verklaar dan de ultieme perfectie, zonder enige tekortkoming ("Subhaan Allah") en betuig dank en eer (Alhumdoe-LillAh) aan jouw Heer. En vraag vergiffenis bij Hem, Hij is At-Tawwab (de Berouwaanvaardende).